Dagopname van uw kind (0-12 jaar)

Wat u aan uw kind vertelt, hangt af van de leeftijd. Oudere kinderen willen meestal precies weten wat er gaat gebeuren. Jonge kinderen hebben aan een korte, eenvoudige uitleg voldoende.

Bespreek niet alleen de leuke maar ook de minder leuke kanten van de opname. Heeft u al informatie gekregen over het onderzoek of de behandeling? Lees die dan goed door, zodat u uw kind goed kunt voorbereiden op wat er gaat gebeuren.

Leg in elk geval uit:

• Waarom uw kind opgenomen wordt
• Wanneer u bij hem/haar bent
• Wat er tijdens de opname allemaal gebeurt
• Welke dingen anders zijn dan thuis (speelkamer, andere kinderen, verpleegkundigen en artsen etc.)
• Wat uw kind merkt van het onderzoek of de behandeling
• Dat uw kind dezelfde dag weer naar huis mag

Met spelmateriaal (bijvoorbeeld poppen, een dokterskoffertje en boekjes) kunt u het verhaal nog duidelijker maken. 

Hoelang van te voren?

Begin niet te lang van te voren met het voorbereiden van uw kind. Dit kan onnodige spanningen veroorzaken. Voor de meeste kinderen kunt u er het beste een paar dagen voor de opname over beginnen. Uw kind kan er dan nog eens op terugkomen, of u kunt alles nog eens vertellen. Bij oudere kinderen kunt u er rustig wat eerder over beginnen.

Informeer ons vooraf als uw kind: 

• In de afgelopen 3 weken in aanraking is geweest met kinderziektes, zoals mazelen, bof, rode hond, roodvonk of waterpokken
• Op de dag vóór de opname 38 of meer graden koorts heeft
• In de afgelopen zes maanden in een buitenlands ziekenhuis is geweest voor een operatie of een opname van meer dan 1 dag
• Vaak in de buurt komt van levende vleeskuikens, varkens en/of vleeskalveren of als u woonachtig bent op een veehouderij

Voorbereiding op operatie of onderzoek

In deze informatie vindt u uitleg over de dagopname van uw kind. Wilt u of uw kind graag verdere uitleg, maak dan een afspraak met een Medisch pedagogisch zorgverlener op de Kinder- en jeugdafdeling op locatie Utrecht. 

De Medisch Pedagogisch Zorgverlener kan u en uw kind/jongere verder voorbereiden op de behandeling of het onderzoek waarvoor uw kind naar het ziekenhuis moet komen. Zo kan uw kind zelf oefenen met een narcosekapje, het infuus bekijken, een zuurstofmeter en andere materialen. Er is ook gelegenheid tot het stellen van vragen. 

Samen met de Medisch Pedagogisch Zorgverlener kan  er gekeken worden naar wat uw kind nodig heeft, om een zo’n prettig mogelijke ervaring te creëren. U kunt een afspraak maken via T 088 - 320 63 21.

Eten en drinken (nuchter zijn)

Van de arts heeft u gehoord of uw kind gewoon mag eten en drinken voordat hij/zij wordt opgenomen. Bij sommige onderzoeken en behandelingen mag dit wel, bij andere niet (en moet uw kinder nuchter zijn, bijvoorbeeld als hij/zij onder narcose gaat). Het is erg belangrijk dat u zich houdt aan de regels die u van de arts heeft gekregen. Doet u dat niet, dan kan het zijn dat het onderzoek of de behandeling niet kan doorgaan.

Instructies eten en drinken bij narcose

Voor sommige onderzoeken of behandelingen gaat uw kind onder narcose (algehele verdoving). Om misselijkheid en braken tijdens en na de ingreep zoveel mogelijk te voorkomen, is het belangrijk dat uw kind
voor de narcose een bepaalde periode niet eet of drinkt (‘nuchter’ blijft). Houdt u goed aan de volgende regels:

Uw kind is 1 jaar of ouder

Geef uw kind 6 uren voor de opname een licht ontbijt (beschuitje met jam en een kop heldere drank, zoals water, thee of heldere appelsap). Daarna mag uw kind niets meer eten. Tot het tijdstip van naar de operatiekamer gaan mag uw kind nog enkele slokjes heldere drank drinken. Onder heldere drank verstaan we water, thee (mag met suiker), heldere appelsap of limonade. Dus geen melk en geen vruchtensappen.

Uw kind is jonger dan 1 jaar

Geef uw kind 4 uren voor de opname een melkvoeding (fles of borst, geen pap). Tot het tijdstip van naar de operatiekamer gaan mag uw kind nog enkele slokjes drinken (heldere drank). Onder heldere drank verstaan we water, thee (mag met suiker), heldere appelsap of limonade. Geen borstvoeding.

Medicijnen

Gebruikt uw kind medicijnen? Vraag dan aan de dokter of uw kind die wel gewoon mag innemen op de dag van de opname.

Sieraden en make-up

Uw kind mag tijdens de opname geen sieraden dragen en make-up of nagellak op hebben. Bij lange haren is het handiger om die in een staart of vlecht te dragen, vooral bij een opname met operatie.
 

Meenemen naar het ziekenhuis

Als u naar het ziekenhuis komt, vergeet dan niet deze spullen mee te nemen:

• Een geldig legitimatiebewijs van uw kind
• Verzekeringsbewijs
• Een schone pyjama (kinderen boven de 12 krijgen een operatiejasje aan)
• Pantoffels
• Extra ondergoed
• Lievelingsknuffel, tutdoekje (afhankelijk van de leeftijd)
• Voor jonge kinderen: zuigfles met speen, fopspeen, tuitbeker

Voor uzelf:

• Geldig legitimatiebewijs
• Geld voor de parkeergarage en/of om iets te eten te kopen
• Iets te eten of te drinken
• Iets om te lezen of te doen tijdens het wachten

Ook in een ziekenhuis wordt helaas weleens iets gestolen. En áls dat gebeurt, kan het  ziekenhuis dat niet vergoeden. Laat kostbare spullen daarom liever thuis. Laat dure spullen niet onbeheerd achter als u de kamer even verlaat. Er zijn kastjes op de afdeling die u op slot kunt doen, waarin u uw tas kunt opbergen.

Vervoer

We adviseren u om vooraf vervoer terug naar huis te regelen. We raden u aan om niet met het openbaar vervoer terug naar huis te gaan. Het kan namelijk zijn dat uw kind na het onderzoek of de behandeling nog wat misselijk is. Het beste is om u te laten ophalen, zodat u niet alleen met een ziek kind in de auto zit. Zet eventueel een emmertje in de auto voor het geval uw kind moet spugen.

Op de  kinderdagbehandeling worden u en uw kind verwelkomd door een verpleegkundige. Zij brengt u naar de kamer en het bed van uw kind. Uw kind krijgt een polsbandje om met zijn/haar naam erop. Uw kind krijgt een pijnstiller in de vorm van een zetpil of tablet. Dit zorgt ervoor dat uw kind minder last heeft na het onderzoek of de behandeling.

Wanneer is uw kind aan de beurt?

Het tijdstip van het onderzoek of de behandeling weten we vooraf niet precies. Van de verpleegkundige hoort u hoe laat uw kind ongeveer aan de beurt is. Het kan zijn dat u even moet wachten.

Controle

Voordat het onderzoek of de behandeling echt begint, vinden eerst diverse controles plaats. Kleed eerst uw kind uit (of laat uw kind dit zelf doen) en trek een schone pyjama aan zonder hemd of rompertje eronder.

Daarna vinden onderzoeken plaats, zoals bijvoorbeeld:

• Wegen van het lichaamsgewicht
• Meten van de lichaamslengte
• Meten van de lichaamstemperatuur (met een oorthermometer)
• Tellen van de pols (hartslag)
• Meten van de bloeddruk

Voor sommige onderzoeken is het nodig dat er bloed wordt afgenomen. Als dat bij uw kind gebeurt, wordt de plek eerst verdoofd met een zalf. Uw kind voelt daardoor (bijna) niets van de plek waar het bloed wordt afgenomen. Krijgt uw kind narcose door een infuus? Ook dan verdoven we die plek eerst met een zalf.

Tijdens het onderzoek of de behandeling vertelt de verpleegkundige steeds wat er gebeurt. U kunt natuurlijk ook vragen stellen. Welk onderzoek of welke behandeling uw kind krijgt, hangt helemaal af van zijn/haar situatie. Informatie hierover staat in specifieke patiënteninformatie.

Naar de operatieafdeling

Een verpleegkundige rijdt uw kind met bed naar de operatieafdeling. Er mag één ouder mee naar de operatiekamer. Uw kind mag een favoriete knuffel, tutdoekje, speen of iets dergelijks meenemen naar de operatiekamer.

Op de operatieafdeling

Op de operatieafdeling trekt u over uw eigen kleding een beschermende jas of overall aan en zet u een muts op. In de wachtruimte (holding) wacht u met uw kind totdat hij/zij aan de beurt is. U wordt dan beiden naar de operatiekamer gebracht.

Narcose

Als uw kind narcose krijgt, heeft de anesthesioloog (verdovingsarts) u van tevoren verteld hoe dit gaat: met een kapje of een infuus. Uw kind kan zo nodig vocht en medicijnen krijgen via het infuus (een dun plastic buisje in een ader). Als uw kind met een kapje in slaap wordt gebracht, krijgt hij/zij het infuus pas als de narcose werkt.

U kunt uw kind meestal op schoot nemen bij het begin van de narcose. Soms is het noodzakelijk dat uw kind op de operatietafel onder narcose gaat. Dan kan hij/zij dus niet bij u op schoot zitten. Maar ook dan kunt u dichtbij uw kind blijven.

Binnen een paar tellen valt uw kind in slaap. Tijdens de overgang van wakker zijn naar slapen, kan uw kind de armen en benen bewegen en met de ogen draaien. Maakt u zich hierover geen zorgen; dit hoort bij de narcose.

Als uw kind slaapt, verlaat u de operatiekamer en begint de operatie. Afhankelijk van de duur van de ingreep wacht u op de holding of gaat u terug naar de afdeling.

We raden vrouwen in de eerste drie maanden van hun zwangerschap af mee te gaan naar de operatiekamer, omdat er een kans bestaat dat zij narcosegassen inademen.

Na de operatie

Na afloop van de operatie gaat uw kind naar de uitslaapkamer. U wordt zo snel mogelijk geroepen zodat u er bent zodra uw kind wakker wordt. Er mag één ouder op de uitslaapkamer komen.

Medicatie

Vóór de ingreep kreeg uw kind al medicijnen op de verpleegafdeling. Na de ingreep krijgt uw kind medicijnen volgens een vast schema.  Voelt uw kind zich tóch nog minder fijn, meld dit dan aan de verpleegkundige. Zij bekijkt of extra medicatie nodig is.

Drinken

Op de verpleegafdeling krijgt uw kind kleine slokjes te drinken. Sommige voelen zich niet zo fijn na de ingreep. Dit kan komen door de narcose of door de ingreep zelf. Het kan zijn dat uw kind nog een infuus heeft. Dit hangt af van de ingreep.

Verdere verloop

We houden uw kind goed in de gaten als hij/zij weer terug is op de afdeling. Als uw kind een verdoving heeft gehad, kan hij/zij nog wat ‘wiebelig’ zijn. Dat gaat vanzelf over. Na sommige ingrepen komt de anesthesioloog of behandelend arts mogelijk nog even kijken. In een enkel geval komt het voor dat een kind de nacht moet blijven. U kunt dan bij uw kind blijven slapen.

Als alles goed gaat, kan uw kind dezelfde dag weer naar huis.

Kinderen tot en met 12 jaar

Is uw kind jonger dan 12 jaar? Dan moet u als ouders deze toestemming geven.

Jeugd vanaf 12 jaar

Is uw kind tussen de 12 en de 16 jaar? Dan moet u als ouders én het kind zelf toestemming geven voor een onderzoek of behandeling. Lees meer hierover op de pagina 'Samen beslissen bij de dokter'.

Is uw kind 16 jaar of ouder? Dan heeft uw kind zelf het recht om te beslissen of het een behandeling wil of niet. U mag daar als ouders dan officieel niet meer over meebeslissen. Vaak is het goed als ouders en kind hierover overleggen, want helemaal alleen een besluit nemen, is soms best lastig. Lees meer hierover op de pagina 'Samen beslissen bij de kinderarts'.