Sarcoïdose (behandelingen)
Contact
Er bestaat geen geneesmiddel voor sarcoïdose. De meeste patiënten genezen binnen enkele jaren vanzelf. Als de arts medicijnen voorschrijft dan zijn dit middelen die de klachten onderdrukken.
Patiënten die lijden aan sarcoïdose met een acuut begin knappen vaak sneller op dan patiënten die lijden aan de chronische vorm. Regelmatige controle door de behandelend arts is bij beide vormen van sarcoïdose nodig om het verloop van de ziekte goed in de gaten te houden. De arts kan dan op tijd ingrijpen en eventueel een behandeling starten.
Soms worden medicijnen voorgeschreven om de klachten te onderdrukken. Dit is vooral het geval bij patiënten met ernstige klachten. Of als de betrokken organen verminderde werking vertonen. De volgende medicijnen zijn beschikbaar:
Op deze pagina snel naar
Meer over medicijnbehandelingen
Corticosteroïden
Dit zijn de chemische variant van lichaamseigen hormonen. Ze kunnen de ontstekingen onderdrukken. Bijvoorbeeld prednison of prednisolon.
Ontstekingsremmers en pijnstillers
Ook wel NSAID's genoemd: de afkorting NSAID's staat voor: Niet Steroïde Anti-Inflammatoire Drugs. Dit middel wordt vooral voorgeschreven bij pijnklachten in gewrichten en spieren.
Voorbeelden zijn: diclofenac, ibuprofen, naproxen, paracetamol.
Immunosupressiva
Dit zijn middelen die het immuunsysteem onderdrukken om zodanig klachten te verlichten. Ze worden vaak voorgeschreven in combinatie met corticosteroïden. Dit is om de dosering van de corticosteroïden te verminderen. Een voorbeeld is methotrexaat (MTX) of azathioprine (Imuran®).
Biologicals
Dit zijn middelen die bepaalde eiwitten in het afweersysteem blokkeren, de zogenaamde cytokines of boodschappereiwitten. Hierdoor wordt het ontstekingsproces direct geblokkeerd. Biologicals worden alleen in gespecialiseerde ziekenhuizen onder strikte voorwaarden toegediend. Het St. Antonius Ziekenhuis is zo'n gespecialiseerd ziekenhuis. Voorbeelden zijn infliximab (Remicade®), adalimumab (Humira®) en de tegenwoordig meestal gebruikte biosimilars (allemaal zogenaamde TNF-alfa-remmende middelen).
Omdat alle middelen ook bijwerkingen kunnen hebben, zal de arts de voor- en nadelen van de gekozen medicatie met u bespreken.
Er zal u geadviseerd worden de gestarte medicatie langdurig te gebruiken (maanden of soms zelf jaren). Eerder stoppen kan er namelijk toe leiden dat de ziekte weer opvlamt. Zelf stoppen met de medicatie wordt streng afgeraden: overleg altijd eerst met uw behandelend arts!
Expertise en ervaring
Het ILD Expertisecentrum van het St. Antonius Ziekenhuis is het oudste en grootste centrum van Nederland dat gespecialiseerd is in de behandeling van interstitiële longziekten (ILD). Het centrum is nationaal en internationaal erkend als expertisecentrum op het gebied van (zeer) zeldzame longziekten, zoals longfibrose, LAM, PAP en sarcoïdose. Patiënten worden gezien door een multidisciplinair team. Het ILD Expertisecentrum is een derdelijnscentrum. Dit betekent dat het verwijsbeleid is dat patiënten alleen door medisch specialisten naar dit centrum verwezen kunnen worden.
Veilige zorg in het ziekenhuis
In het St. Antonius Ziekenhuis staat veiligheid voorop. Onze medewerkers doen er alles aan om uw bezoek aan het ziekenhuis zo goed mogelijk te laten verlopen. Help ons a.u.b. om goed voor u te zorgen door ons te vertellen:
Lees meer over veilige zorg in het ziekenhuis
- Welke medicijnen u gebruikt.
- Of u allergieën heeft.
- Of u (mogelijk) zwanger bent.
- Als u iets niet begrijpt.
- Wat u belangrijk vindt.
- Als u iets ziet wat niet schoon is.
Bereid uw gesprek met uw zorgverlener goed voor. Voor tips: Begin een goed gesprek
Op de website van de Nederlandse Patiëntenfederatie leest u meer over hoe u zelf kunt bijdragen aan veilige zorg.