Patiëntverhalen

'Humor heeft mij erg geholpen'

Weer op de been na non-hodgkin lymfoom

tineke-van-acker

2019 was een hectisch jaar voor Tineke van Acker (52) uit Benschop. In februari werd non-hodgkin lymfeklierkanker geconstateerd. Een beenmergpunctie, chemo en immuuntherapie volgden alvorens in september het positieve bericht kwam dat de tumor succesvol bestreden was. Tineke verraste de medewerkers van het St. Antonius later met een fraai moodboard, een chronologisch overzicht van wat er met haar gebeurde en hoe ze de zorg in het ziekenhuis beleefde.

“Zo’n diagnose. Tja, die zet je leven op zijn kop”, zo kijkt Tineke terug op de start van de periode die als een rollercoaster aan haar voorbij trok. “Ik heb wel steeds geprobeerd om de positieve kant te blijven zien. Actief blijven, zelf de regie houden en humor. Vooral dat heeft me enorm geholpen, zeker in het ziekenhuis. De artsen, de verpleegkundigen, als ze merken dat je dat waardeert, is er altijd een kwinkslag mogelijk. Gelukkig! Ik vind dat heel waardevol.”

Naar huis!

Tineke toont zich achteraf tevreden over de zorg in het ziekenhuis. “Het inlevingsvermogen, de doortastendheid, de deskundigheid, het geduld; het leveren van goede zorg zit deze mensen in het bloed.” 

Tips

Nu het traject grotendeels achter de rug is, heeft Tineke wel een paar tips voor mensen die dezelfde diagnose te horen krijgen. “Ik vind dat ik te lang gewacht heb met een pruik. Dat uitzoeken en de confrontatie, dat vond ik lastig, maar je kunt er maar beter vanaf zijn. Ik voelde me een heel ander mens toen 'mijn' haar weer goed zat. En wat ik ook adviseer is om je kinderen, of kinderen in je directe familie, al snel mee te nemen in het traject. Mijn nichtjes zijn een keer mee geweest naar de hematoloog en dat was heel verhelderend. Hij heeft alles duidelijk uitgelegd en ze mochten alles vragen.”

Goudvis en oorworm

Inmiddels is Tineke weer voorzichtig aan het werk. Nazorgtrajecten in het ziekenhuis zoals de oncologische revalidatie en het traject Werken aan Werk hebben haar daar goed bij geholpen. “Het is, zeker in het begin wel wat frustrerend, hoor. Je denkt dat je al heel wat kunt, maar lichamelijk ben je nog nergens. Ook je brein heeft een veer gelaten. Ik had in het begin het geheugen van een goudvis en de concentratie van een oorworm. Daar moet je hard aan werken. De begeleiding die je daar in het ziekenhuis bij krijgt heb ik als heel positief ervaren.”

Terug naar boven