Dotteren van vernauwde been- of bekkenslagader

De behandeling wordt uitgevoerd door een interventieradioloog of vaatchirurg. Dit zijn medisch specialisten die gespecialiseerd zijn in behandelingen, waarbij onder andere röntgenapparatuur wordt gebruikt. De ingreep vindt plaats op de onderzoekskamer van de afdeling Radiologie of op de operatiekamer.

• U ligt op een onderzoekstafel.
• Wij ontharen uw liezen en maken deze met een desinfecterend middel schoon.
• Daarna dekken we u toe met steriele groene lakens om een infectie te voorkomen. De arts en röntgenlaborant hebben om die reden ook steriele jassen en handschoenen aan.
• Als de verdoving is ingewerkt prikt de arts de liesslagader aan en schuift een dun slangetje (een katheter) over een geleidedraad, in de liesslagader. Dit kan een wat drukkend gevoel geven.
• Als de katheter op de goede plek ligt, spuit de arts de contrastvloeistof in waardoor de bloedvaten zichtbaar worden op de röntgenfoto. De contrastvloeistof veroorzaakt een warm gevoel in uw been en/of bekken, afhankelijk van de plek waar de katheter is ingebracht. Ook kunt u het gevoel krijgen te plassen. Dit gevoel trekt vrij snel weer weg.
• Het is belangrijk dat u stil blijft liggen voor het maken van de röntgenfoto’s.
• De arts schuift een ballonnetje via de geleidedraad, die al in uw bloedvat zit, op tot aan de vernauwing.
• Als het ballonnetje precies op de goede plaats ligt, pompt de arts het ballonnetje tot een hoge druk op waardoor de vernauwing in het bloedvat wordt opgerekt. De ballon blijft enige seconden tot minuten opgepompt. Dit kan een wat pijnlijk krampachtig gevoel geven.
• De arts controleert daarna met injecties met contrastvloeistof of het bloedvat wijd genoeg is. Als dit zo is, haalt hij de katheter weer uit uw lies.
• U krijgt drukverband of een sluitingsapparaat om het gaatje in uw lies te dichten. Een sluitingsapparaat is een soort plugje dat na 3 maanden vanzelf oplost.
• Hierna komt u weer in uw bed te liggen.

Als dotteren onvoldoende helpt, besluit de arts tijdens de behandeling een stent in de slagader te plaatsen. Dit is een kokertje van gevlochten metaal. Het verstevigt de slagader en zorgt ervoor dat deze niet meer kan terugveren. Als de stent voldoende geopend is en goed tegen de vaatwand aanligt, verwijdert de arts de ballon. Soms rekt hij het vat na met behulp van een grotere ballon. De stent blijft uw hele leven zitten.

De duur van de ingreep varieert. Soms is deze eenvoudig en duurt de ingreep niet langer dan 30 minuten. Andere keren heeft de arts er enkele uren voor nodig.

Na afloop van de operatie brengen wij u terug naar de verpleegafdeling. Het is belangrijk dat u minimaal 4 uur (bij een sluitingsapparaat) tot 12 uur (bij een drukverband) in bed blijft om te voorkomen dat de slagader in uw lies gaat lekken. U krijgt instructies van de verpleegkundige over de gewenste bedrust.

Eten en drinken

U mag na de ingreep gelijk weer eten en drinken. Het is belangrijk, dat u na het onderzoek veel drinkt, zodat u de contrastvloeistof snel kwijtraakt.

Medicijnen

Vanaf de dag van de dotterbehandeling krijgt u medicijnen voorgeschreven.
Meestal is dit acetylsalicylzuur (Aspirine®, Ascal®). Deze medicijnen remmen de natuurlijke neiging van het atheroscleroseproces.

Na 1 of 2 dagen kunt u weer naar huis.

Als er geen complicaties zijn en uw bedrust is voorbij, is het mogelijk dat u nog dezelfde dag ontslagen wordt uit het ziekenhuis. Dit kan alleen als er deze avond en nacht iemand bij u aanwezig kan zijn.

In dat geval krijgt u een instructie mee hoe u thuis zelf uw drukverband kunt verwijderen.

Na het ontslaggesprek met een verpleegkundige, krijgt u het volgende mee naar huis:

• Een brief voor uw huisarts.
• Een afspraak voor controle op de polikliniek.
• Eventueel een recept voor nieuwe medicijnen.
• De vaatchirurg beslist hoelang het gebruik van een bloedverdunner noodzakelijk is.

Doe rustig aan

• Om te voorkomen dat het wondje in uw lies gaat bloeden, is het belangrijk om het na de ingreep een paar dagen rustig aan te doen.
• Loop op de eerste dag na uw ontslag uit het ziekenhuis niet te veel. Kleine stukjes in en om uw huis zijn prima, maar liever geen langere afstanden.
• Probeer de eerste dag ook zo min mogelijk trap te lopen. Als u dit doet, zet dan eerst het ‘goede’ been neer en trek daarna het aangeprikte been ernaast.
•  De eerste 3 dagen kunt u beter niet zelf autorijden of fietsen.

Douchen en/of in bad

Als u weer thuis bent, kunt u gewoon weer douchen of een bad nemen.

Eten en drinken

De contrastvloeistof die tijdens de ingreep is gebruikt, verdwijnt vanzelf uit uw lichaam via uw urine. Het is daarom belangrijk dat u ook thuis nog even de eerste dagen goed blijft drinken. 

Na  3 dagen kunt u weer:

• uw dagelijkse activiteiten oppakken;
• seksueel contact hebben.

Na een week kunt u weer:

• sporten;
• zware lichamelijke inspanning verrichten.

Zorgt u ervoor dat de aderverkalking  (atherosclerose) zo min mogelijk toeneemt. Dit doet u door zo gezond mogelijk te leven: niet roken, voldoende lichaamsbeweging en een gezond eetpatroon. Als u suikerziekte, hoge bloeddruk of een te hoog cholesterolgehalte hebt, is behandeling hiervan noodzakelijk.

Geen enkele dotterbehandeling is zonder risico’s. Zo kunnen ook tijdens of na een dotterbehandeling de volgende complicaties optreden:

Allergische reactie

Zo kan er een allergische reactie op het contrastmiddel ontstaan, wanneer u overgevoelig blijkt te zijn voor jodium. Als u bekend bent met deze overgevoeligheid, moet u dit van te voren melden. We kunnen er dan rekening mee houden en tijdig voor het onderzoek bepaalde medicijnen toedienen.

Scheur in het bloedvat

Tijdens het dotteren kan er een scheur in het bloedvat (dissectie) optreden. Dit is een scheur in het bloedvat, waardoor het bloed niet goed meer verder kan stromen.  Hiervoor is het soms noodzakelijk u te opereren.

Bloeding

Ondanks het drukverband kan het gebeuren dat het gaatje in het bloedvat weer opengaat en er een bloeding in de lies optreedt. Hiervoor is behandeling noodzakelijk. Dit kan door langdurig afdrukken onder echocontrole of door inspuiten van een bloedstollend middel. Heel zelden is een operatie nodig, waarbij het gaatje dichtgehecht wordt.

Bloedpropje

Er kan een bloedpropje in een bloedvat in het been komen. Het is dan soms noodzakelijk u snel te opereren en het bloedpropje te verwijderen.

Blauwe plek

Na het onderzoek kan een blauwe plek ontstaan in de lies. Dit is vervelend, maar de plek trekt na verloop van tijd vanzelf weg.

Opnieuw een vernauwing

In een aantal gevallen komt na een dotterprocedure de vernauwing na kortere of langere tijd weer terug. De ingreep kan dan herhaald worden.

Uw lies kan wat dik en blauw zijn, hierover hoeft u zich niet ongerust te maken. Het is ook mogelijk dat er een paar druppels bloed lekken uit de plek in uw lies waar u bent geprikt. Dit is niet erg en gaat vanzelf over.

Neem onmiddellijk contact op met uw huisarts of bel 112 als:

• Er bloed uit uw wond pompt of golft. U heeft dan een slagaderlijke bloeding. Raak niet in paniek, maar druk met uw vingers de slagader in uw lies dicht of laat dit doen door een huisgenoot.
• Uw lies blijft opzwellen. De lies is dan pijnlijk en dik, zo groot als een pingpongbal.

Heeft u na ontslag dringende vragen? Neem dan gerust contact met ons op.

Tot 24 uur na ontslag

• Tijdens kantooruren met de poli Vaatchirurgie, T 088 320 26 00.
• Buiten kantooruren met de Spoedeisende Hulp, T 088 320 33 00.

Na 24 uur na ontslag

• Tijdens kantooruren met de poli Vaatchirurgie, T 088 320 26 00.
• Buiten kantooruren met de huisartsenpost in uw regio.