Behandelingen & onderzoeken Radiologie

Angiografie

Bij een angiografie worden bloedvaten (slagaders) in beeld gebracht met behulp van röntgenstralen. Bij dit onderzoek wordt een contrastvloeistof gebruikt om de bloedvaten zichtbaar te maken. Deze vloeistof wordt door een dun slangetje (een katheter) via de lies in de bloedvaten gebracht.

Voor dit onderzoek wordt u opgenomen in ons ziekenhuis. U wordt gebeld door Voorbereiding Opname. U hoort dan op welke datum en hoe laat het onderzoek gaat plaatsvinden.

Voorbereiding

Graag van te voren aangeven

Heeft u weleens een allergische reactie gehad op een röntgencontrastmiddel? Meld dit dan ruim voor het onderzoek bij uw behandelend arts.

Medicijnen

Gebruikt u bloedverdunnende medicijnen? Overleg dan eerst met uw behandelend arts of u deze medicijnen mag blijven doorslikken of dat u hiermee moet stoppen voor het onderzoek. Andere medicatie mag u normaal innemen met een beetje water.

Diabetes

Heeft u diabetes en gebruikt u hiervoor medicatie? Dan dient u deze mee te nemen naar het ziekenhuis (inclusief eventuele insulinepennen).

Vervoer naar huis regelen

Omdat het na het onderzoek belangrijk is om druk op het wondgebied te voorkomen, raden we u aan om na het onderzoek niet zelf naar huis te rijden, maar vervoer naar huis te regelen.

Sieraden

Wij verzoeken u geen sieraden te dragen tijdens het onderzoek. Het ziekenhuis kan niet aansprakelijk gesteld worden bij vermissing hiervan.

Meenemen naar het ziekenhuis

  • Uw zorgverzekeringspas. Informeer altijd vooraf bij uw zorgverzekeraar of u in aanmerking komt voor een (volledige) vergoeding van uw onderzoek in ons ziekenhuis.
  • Indien deze niet digitaal is verstuurd: een verwijzing van uw huisarts of specialist. Zonder een verwijzing wordt uw zorg namelijk niet vergoed. Lees hier meer over vergoeding van uw zorg.

Eten en drinken

Op de dag van het onderzoek mag u een licht ontbijt eten (beschuit en thee). Vanaf 2 uur voor het onderzoek mag u niets meer eten of drinken. U mag wel uw tanden poetsen, mond spoelen en medicijnen innemen met een beetje water. (De opgegeven onderzoekstijd is een streeftijd)

Na het onderzoek mag u weer gewoon eten en drinken. Wij raden u aan meer te drinken dan normaal, hierdoor raakt u de contrastvloeistof snel kwijt via de urine.

Uw afspraak verzetten of afzeggen

Kunt u niet? Geef dit dan zo snel mogelijk aan ons door, uiterlijk 48 uur voor uw afspraak. Dan kunnen wij in uw plaats een andere patiënt helpen. In Mijn Antonius kunt u veel afspraken zelf verzetten of afzeggen. Lukt dat niet? Neem dan altijd telefonisch contact op met de poli.          

Zwangerschap en borstvoeding

Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, of wilt u zwanger worden? Neem dan contact op met uw behandelend arts.

Geeft u borstvoeding?

Contrast dat u krijgt toegediend bij het onderzoek wordt voor minder dan 1% uitgescheiden in de moedermelk. Een baby neemt daarvan slechts een fractie op via de darm. De toegediende hoeveelheid jodiumhoudend contrast is bij een angiografie-onderzoek hoger dan bij een gemiddeld radiodiagnostisch onderzoek. Daarom adviseren wij uit veiligheid om gedurende 24 uur na het onderzoek geen moedermelk te geven, maar te kolven en deze moedermelk weg te gooien. U kunt natuurlijk wel borstvoeding geven uit de fles die u voorafgaande aan het onderzoek heeft afgekolfd en ingevroren.

Voorbereiding op de verpleegafdeling

U meldt zich op de afgesproken tijd en plaats in het ziekenhuis. Op de afdeling wordt u verwelkomd door de verpleegkundige. Ook krijgt u een polsbandje om met daarop uw naam en patiëntnummer. Dit gebeurt voor uw veiligheid, zodat wij bij iedere behandeling uw identiteit kunnen controleren.

U krijgt een pyjamajas om aan te trekken en uw liezen worden door de verpleegkundige geschoren. In uw arm wordt een infuus ingebracht door de verpleegkundige of door de laborant op de onderzoekskamer. Vooraf heeft u een onderzoekstijd gekregen. Dit is een streeftijd die afhankelijk is van mogelijke spoedprocedures op de interventiekamer.

Onderzoek

U neemt plaats op de onderzoekstafel. Tijdens het hele onderzoek ligt u op uw rug, met uw armen langs uw lichaam. U krijgt plakkers op uw borst om uw hartslag tijdens het onderzoek te controleren en een bloeddrukband om de arm. Deze band meet elke 15 minuten uw bloeddruk.

Als de verpleegkundige nog geen infuus in uw arm heeft aangebracht, doet de laborant dit alsnog.

Inbrengen katheter

De meeste ingrepen vinden plaats via een slagader of ader in uw lies. In een enkel geval kan de behandeling plaatsvinden via de arm of hals. Dit wordt vooraf met u besproken.

Voor aanvang van de ingreep ontsmet de laborant uw liezen en legt steriele doeken over u heen. Daarna krijgt u een plaatselijke verdoving in uw lies. Deze prik kan even pijnlijk zijn. Als de verdoving is ingewerkt, prikt de radioloog de slagader of ader aan en schuift een toegangsbuisje voor de katheter in de slagader. De katheter wordt vervolgens via dit buisje ingebracht. Hier voelt u weinig van.

Na het inbrengen van de katheter worden de röntgenfoto’s gemaakt van het lichaamsdeel dat moet worden behandeld. U wordt gevraagd om stil te liggen en mogelijk moet u uw adem inhouden. Tijdens het maken van de foto’s wordt de contrastvloeistof ingespoten. De contrastvloeistof kan plaatselijk of in het hele lichaam even een warm gevoel veroorzaken. Dit gevoel verdwijnt na enige tijd vanzelf weer. Er worden altijd meerdere foto’s gemaakt.

Eventueel gelijk behandelen

Wellicht heeft uw behandelend arts met u afgesproken om ook een behandeling te doen, zoals dotteren. Als dit mogelijk is, gebeurt de behandeling direct na het maken van de foto’s. Voorbeelden hiervan zijn het dotteren van een vernauwde slagader of juist het dichtmaken van een ader of slagader die verwijd is.

Als alle foto’s (en de eventuele behandeling) klaar zijn, verwijdert de radioloog de katheter uit uw lies. Het infuus wordt later op de verpleegafdeling verwijderd.

Duur onderzoek

De duur van het onderzoek varieert van 1 tot 4 uur. We kunnen van tevoren niet precies aangeven hoelang het onderzoek in totaal zal duren, omdat er veel verschillende behandelingen met het onderzoek gecombineerd kunnen worden.

Nazorg

Na het onderzoek

  • Tijdens het onderzoek is een grote slagader aangeprikt. Om nabloedingen te voorkomen wordt het wondje in de lies, direct nadat de katheter is verwijderd, 10 minuten stevig dichtgedrukt. Daarna wordt een drukverband in uw lies aangebracht.
  • In sommige gevallen wordt het wondje in de liesslagader met een soort plugje dichtgemaakt. De radioloog bepaalt aan het eind van het onderzoek of dit mogelijk is. Dit hangt onder meer af van het soort behandeling dat u heeft gehad. Bij gebruik van het plugje is een drukverband vaak niet meer nodig.
  • Direct na het onderzoek moet u plat op uw rug liggen. U mag uw hoofd en uw been aan de kant waar geprikt is niet optillen. Hoelang u plat moet blijven liggen, in bed moet blijven en het drukverband moet omhouden, hangt af van het verloop van het onderzoek en uw herstel. De radioloog bepaalt dit na afloop van het onderzoek. Het plat in bed liggen varieert van 1 tot 12 uur.
  • U wordt in uw bed naar de verpleegafdeling gebracht. Daar controleert de verpleegkundige regelmatig uw hartslag, uw bloeddruk en het drukverband. De totale periode van bedrust kan variëren van 4 tot 24 uur.

Uitslag

U krijgt de uitslag van het onderzoek van uw behandelend arts. De onderzoeker mag hierover geen informatie geven. De uitslag van bepaalde onderzoeken kunt u na 2 weken ook inzien in Mijn Antonius.

Mijn Antonius-account aanmaken

Mijn Antonius is het beveiligde online patiëntenportaal van het St. Antonius Ziekenhuis. Heeft u nog geen account? Dan is het handig als u er een aanmaakt. Op onze webpagina Mijn Antonius leest en ziet u hoe u dit eenvoudig doet. 

Hoofdbehandelaar

Patiënten worden in het ziekenhuis regelmatig door meerdere medisch specialisten tegelijk gezien. Er is echter altijd één medisch specialist eindverantwoordelijk voor de medische behandeling: de ‘hoofdbehandelaar’. Het is voor u dus belangrijk om te weten wie dit is. Wilt u weten wie uw hoofdbehandelaar is? Vraag dit dan aan de zaalarts of verpleegkundig specialist.

Het filmpje Wie is uw hoofdbehandelaar? geeft u meer informatie hierover.

Gerelateerde informatie

Specialismen

Code BT 46-O

Terug naar boven