Naar huis met een te vroeg geboren baby met sondevoeding
Contact
St. Antonius Geboortezorg biedt ouders de mogelijkheid hun te vroeg geboren (premature) baby eerder mee naar huis te nemen door zelf thuis sondevoeding te geven
Samen met de kinderarts en/of verpleegkundig specialist hebben jullie het geven van sondevoeding in de thuissituatie besproken. Besloten is dat jullie kind in aanmerking komt voor vervroegd ontslag met sondevoeding. Jullie kind is medisch stabiel, het kan zichzelf op temperatuur houden (eventueel met kruiken) en groeit goed. Jullie hoeven niet af te wachten tot jullie baby zelf kan drinken omdat jullie thuis sondevoeding gaan geven. Jullie baby mag thuis in zijn of haar eigen tempo leren drinken.
Deze informatie helpt jullie je voor te bereiden op de nieuwe situatie thuis. Pas wanneer jullie, als ouders, helemaal klaar zijn om de zorg zelf over te nemen, gaat jullie kind mee naar huis.
Op deze pagina snel naar
Wennen en kwetsbaarheid
Thuiskomst van een pasgeborene die lang in het ziekenhuis heeft gelegen, heeft vaak een grote impact op het gezin. Iedereen moet wennen aan de nieuwe situatie en het kind moet wennen aan de nieuwe omgeving. Daarnaast geldt ook dat prematuur geboren kinderen kwetsbaarder zijn dan kinderen geboren na een voldragen zwangerschap. Zij zijn gevoeliger voor prikkels van buitenaf, zoals licht en geluid, hebben meer moeite om goed op temperatuur te blijven en hebben een groter risico op het krijgen van infecties. Dit heeft te maken met de onrijpheid van de organen, zoals ook onrijpheid van het immuunsysteem. Naarmate het kind ouder wordt, neemt deze extra gevoeligheid af.
Lees meer over wennen en kwetsbaarheid
Prikkels
In de eerste fase thuis is het fijn om eerst goed aan elkaar te wennen. Bezoek van familie en vrienden is fijn, maar laat rust nog de prioriteit hebben om een teveel aan prikkels te voorkomen. Beperk het bezoek zoveel mogelijk tot na de uitgerekende datum. Laat bezoek dat verkouden is liever een week later komen en vermijd zeker bezoek met een actieve koortslip.
Temperatuur
In het ziekenhuis wordt dagelijks de temperatuur van jullie kind gemeten. Eenmaal thuis kun je dit in het begin ook nog doen in de ochtend, middag en avond omdat jullie kind moet wennen aan de nieuwe omgevingstemperatuur thuis. De temperatuur van de babykamer kan het beste tussen de 16ºC en 18ºC liggen.
Het meten van de temperatuur doe je net zolang totdat de temperatuur niet meer schommelt en de lichaamstemperatuur niet meer afhankelijk is van kruiken. Het is geen enkel probleem als de baby koude handjes heeft.
Een normale lichaamstemperatuur schommelt tussen 36.8 en 37.2 graden Celsius. Indien de temperatuur hoger of lager is, temperatuur de baby dan de volgende voeding opnieuw. Je kunt de volgende richtlijnen aanhouden:
- Bij een temperatuur van 36.9ºC en lager is het verstandig om 1 kruik te gebruiken.
- Bij een temperatuur van 36.7 ºC en lager gebruik je 2 kruiken.
- Bij een temperatuur vanaf 37.2ºC en hoger is het verstandig om de kruik(en) weg te halen.
- Blijft de temperatuur lager dan 36.5º C of hoger dan 37.5º C, bel dan de afdeling Geboortezorg voor overleg.
Kruik
Als je een kruik gebruikt, controleer dan altijd of deze lekt voordat je deze gebruikt (de rubberen ring mag niet uitgedroogd zijn). Vul de kruik met heet water tot de kruik overloopt (dit voorkomt lekken). Doe vervolgens een kruikenzak om de kruik en leg deze een handbreedte van de baby af, met de dop naar beneden.
De baby mag niet tegen de kruik aanliggen, leg daarom tussen de kruik en het kind 2 dekentjes of andere lagen. Gebruik geen zeiltje in het bed of warmwaterzak.
Gezondheidsproblemen
Als een kind ziek wordt, dan is dat soms in het begin niet zo duidelijk. Het kan subtiel beginnen met wat minder drinken, meer spugen of minder goed reageren. Er kan sprake zijn van koorts of juist ondertemperatuur, ondanks het juist gebruik van een kruik. Ook kan jullie kind bleker of zelfs grauwer zien dan normaal, of niet of nauwelijks meer wakker worden voor een voeding.
Als je vermoedt dat je baby ziek is en je baby krijgt nog sondevoeding of je twijfelt over de hierboven beschreven klachten, wacht dan niet af, maar neem gelijk contact op met het ziekenhuis. Is jullie kind definitief ontslagen en krijgt het dus geen sondevoeding meer thuis, neem dan contact op met de huisarts.
Leren drinken
Drinken is een complexe vaardigheid. De baby moet het zuigen met slikken en ademhalen kunnen coördineren. Jullie kind mag dit in zijn of haar eigen tempo leren. Het is belangrijk dat jullie baby wakker is voordat je begint met voeden.
Lees meer over leren drinken
Wanneer jullie kind nog slaapt, maar toch aan voeding toe is, kun je de baby wakker maken door hem of haar te verschonen. Of je kiest ervoor om de baby te laten slapen en de voeding per sonde te geven. Jullie kind kan dan energie sparen voor een volgende voeding, om te groeien en zichzelf op temperatuur te houden. Hierdoor blijft jullie kind in een goede conditie en lukt het mogelijk een volgende voeding wel om goed te drinken.
Naarmate jullie kind ouder wordt zal de frequentie van het aantal voedingen en de duur van het zelf kunnen drinken toenemen. Meldt jullie kind zich te vroeg, dan is het niet erg om eens af te wijken van het schema, mits je 2 uur tussen 2 voedingen laat in verband met een risico op spugen.
Zoek-, zuig- en slikreflex
De zoek-, zuig- en slikreflex zijn de belangrijkste reflexen om te kunnen drinken. Bij voldragen baby’s zijn deze reflexen al vlak na de geboorte op te wekken. Bij prematuur geboren baby’s zijn deze reflexen niet altijd al vanaf de geboorte aanwezig, maar zullen zich gaan ontwikkelen naarmate het kind ouder wordt. Jullie kind kan niet eerder drinken totdat deze reflexen aanwezig zijn.
Wanneer het mondgebied van de baby (mondhoeken, lippen, wangen) wordt geprikkeld door de tepel, speen of vinger ontstaat er een zoekbeweging met de mond. Hij of zij zal de mond openen. Soms vertoont de baby ook zelf zoekgedrag; hij of zij lijkt te schudden met het hoofd en met open mondje te zoeken naar de borst of speen. Zodra een kind deze reflexen laat zien noemen wij dit ‘voedingsbereidheid’, jullie kind is neurologisch voldoende uitgerijpt om te starten met drinken.
Bij borstvoeding laat je de baby met een grote hap aanhappen met de tepel richting het gehemelte. Daarna zal het starten met zuigen en na een korte zuigperiode ook slikken. Bij flesvoeding is het belangrijk dat je wacht met het inbrengen van de speen tot de baby goed zoekt en hapt. Daarna zal het starten met zuigen en slikken.
Stress-signalen
Tijdens het drinken kun je goed opletten of jullie baby het drinken als prettig ervaart en dat de voeding rustig verloopt. Stress tijdens het drinken zorgt voor een onprettige drinkervaring. Stress kan zich onder andere uiten in:
- wenkbrauwen optrekken;
- angstig kijken of juist de ogen stevig dichtknijpen (afsluiten);
- neusvleugels bewegen;
- hoofd naar achteren bewegen;
- kokhalzen;
- verslikken;
- knoeien.
Het is belangrijk te letten op deze stresssignalen omdat je baby dan laat zien (tijdelijk) te willen stoppen met de voeding. De baby krijgt het benauwd of verslikt zich indien je de signalen niet ziet en doorgaat met de voeding. De baby zal de voeding dan als onprettig ervaren.
Bij meerdere onprettige drinkervaringen is de kans op het ontwikkelen van voedingsproblemen op latere leeftijd groter.
Zijligging
Tijdens de flesvoeding kan er in zijligging gevoed worden. Dit is ook de natuurlijke houding bij borstvoeding.
Wanneer in zijligging wordt gevoed is er minder kans dat de baby zich verslikt. De voeding die de baby niet doorslikt kan via de zijkant de mond uitlopen. Daarnaast is de ademhaling voor jullie baby in deze houding gemakkelijker en rustiger. Op deze manier is het eenvoudiger om een korte pauze te geven tijdens de voeding door de fles naar beneden te kantelen. Jullie baby kan in deze pauze een paar keer ademen voordat hij of zij verder gaat met drinken.
Ondersteuning baby tijdens voeding
Zowel bij borst- als bij flesvoeding is het belangrijk dat jullie baby stevig gesteund ligt.
Bij borstvoeding ligt de baby tegen de moeder aan, buik tegen buik, in zijligging met oren, schouders en heupen op één lijn. Dit geldt ook bij het geven van flesvoeding. Je steunt je kind met één hand in de rug (niet in de nek of tegen het hoofd), handjes in de middenlijn, in zijligging met oren, schouders en heupen in één lijn. Zie de afbeelding hierboven.
Wakkere momenten
Benut vooral de wakkere momenten om te oefenen met drinken. Je kind begint met het maken van kleine geluidjes, smakbewegingen, zoeken en zuigen op de handjes. Als je dit ziet, mag je het kind aanleggen aan de borst of de fles geven. De kans van slagen is het allergrootst als jullie kind voedingsbereid is. Laat jullie kind die voedingsbereidheid nooit zien en wordt het ook niet uit zichzelf wakker, maak het dan minimaal 4x op een dag wakker om te oefenen, al is het maar voor 5 minuten. Jullie kind leert door te oefenen. Wordt jullie kind bij zo’n poging echt niet wakker, probeer het dan een volgende voeding opnieuw.
Start nooit met voeden als je kind in een diepe slaap is. De kans op verslikken is dan groot. In de eerste week thuis voed je niet langer dan 20 minuten en daarna ga je over op het geven van sondevoeding. Je voedt of met de borst of met de fles, gebruik beide methodes niet gedurende één voedingsmoment. Soms wil een kind niet langer dan 5 minuten drinken, dat is niet erg, een andere keer is het misschien wel in staat om het 20 minuten vol te houden, dit zal per voeding wisselen.
Goede hygiëne
Bij het bereiden van de voeding, moedermelk (met eventuele toevoegingen) of kunstvoeding, is goede hygiëne van belang:
- Was altijd je handen met water en zeep en gebruik schone materialen.
- Keukenspullen die je bij het klaarmaken van de voeding gebruikt, was je af met heet water en afwasmiddel.
- Je kunt de (kunst-)voeding voor maximaal 24 uur klaarmaken of per portie voor de toediening.
- Als je meerdere porties tegelijk klaarmaakt, bewaar je deze in de koelkast.
- Werk bij het klaarmaken zo schoon mogelijk en zorg dat er geen klontjes in de voeding zitten om verstopping van de sonde te voorkomen.
- Breng iedere portie vlak voor het gebruik op lichaamstemperatuur (circa 37 graden Celsius). Controleer dit door een paar druppels op de binnenkant van je pols te sprenkelen. Als je de druppels amper voelt, is de temperatuur precies goed.
- De voeding mag zeker niet te warm zijn. Dit veroorzaakt irritatie of zelfs verbranding van de slokdarm.
Extra tips bij borstvoeding
- Borst voorvormen: bij borstvoeding kan het nodig zijn dat je voorwerk doet, met name als jullie baby minder kracht heeft of nog erg klein is. Met de hand kun je de tepel voorvormen en een beetje melk kolven. Tijdens de borstvoeding kun je de baby helpen door borstcompressie toe te passen om zo de melkstroom te stimuleren.
- Te veel melk: bij te veel melkproductie of het snel en veel toeschieten van melk, kun je de melk opvangen na het eerste toeschieten en vervolgens de baby opnieuw aanleggen.
- Tepelhoedje: dit is een siliconen hoedje dat over de tepel wordt gezet. Indien een goede houding bij het aanleggen, voorvormen en voorkolven onvoldoende verbetering geeft, kan dit een tijdelijk hulpmiddel zijn voor baby’s met weinig kracht en snelle ademhaling. Het tepelhoedje geeft dan meer houvast en de baby kan daarmee mogelijk wel uit de borst drinken.
- Kolven: het kolven blijft in deze fase nog erg belangrijk. Bij een goede melkstroom zal de baby gemakkelijker uit de borst leren drinken. Het kolven wordt pas afgebouwd als het kind alle voedingen uit de borst drinkt.
Meer informatie over borstvoeding bij prematuriteit en kolven vind je op onze webpagina Borstvoeding.
Extra tips bij flesvoeding
- Pauzes geven: als de baby te veel zuigbewegingen achter elkaar maakt en hierdoor stress-signalen laat zien, geef het dan extra adempauzes. Vaak krijgen ouders het advies om de speen na 3 tot 5 zuig-slikbewegingen kortdurend te kantelen. Wacht met het terug kantelen van de speen tot jullie baby zelf aangeeft weer te willen starten.
- Een andere fles en/of speen: soms wordt een andere fles en/of speen geadviseerd omdat de melk te snel uit de speen stroomt. Door een te grote of te snelle melkstroom kan de baby meer stress krijgen en zich verslikken. Een Dr. Brown fles met een prematurenspeen geeft een rustige en kleine melkstroom waarbij een baby rustig het slikken en ademen kan combineren.
Wat je nog meer kunt doen bij borst- en flesvoeding
- Belangrijk is de baby altijd goed te laten boeren tijdens en na de flesvoeding en soms ook na een borstvoeding. Soms kan een baby veel lucht inslikken. Het is heel belangrijk om de reacties van je kind te blijven observeren tijdens een voeding.
- Zodra het kind goed drinkt kun je rond de uitgerekende datum een normale fles en/of speen proberen. Als dit goed gaat kun je na enkele weken ook voeden in rugligging proberen. Verslikt jullie baby zich alsnog of gaat hij of zij morsen, voed dan nog even door in zijligging en probeer het een week later nogmaals.
- Na het geven van de (sonde-)voeding is het tijd voor knuffelen en genieten van elkaar!
Begeleiding en nazorg
Als jullie kind met sondevoeding naar huis gaat ontvangen jullie professionele begeleiding vanuit het ziekenhuis net zolang totdat jullie kind alle voedingen zelfstandig drinkt. Dit houdt onder andere in dat jullie 2x per week contact hebben met een verpleegkundig specialist middels een video-consult.
Lees meer over begeleiding en nazorg
Tijdens dit contact zullen de volgende items besproken worden:
- De vragen die jullie hebben nu jullie thuis zijn met de baby en eventuele problemen die jullie ervaren.
- Hoe het leren drinken van jullie kind verloopt.
- Het gewicht van jullie kind en het eventueel ophogen van de voeding.
- De conditie, temperatuur, natte luiers, ontlasting en het eventuele spugen.
Uitgestelde kraamzorg
Veelal komt het gezin in aanmerking voor uitgestelde kraamzorg als een kind prematuur geboren is. Overleg dit met jullie zorgverzekeraar. De kraamverzorgende zal jullie ondersteunen bij de dagelijkse verzorging van jullie kind. Vragen over (sonde)voeding bespreken jullie niet met de kraamverzorgende, maar met de zorgverleners van het ziekenhuis en bij voorkeur tijdens het video-consult.
Baby in beeld
Tijdens een video-consult kan jullie baby in ‘beeld’ gebracht worden om ook de conditie van jullie kind op afstand te beoordelen. Om deze reden is gekozen voor video-consult in plaats van telefonische begeleiding. Een andere belangrijke reden is dat een voeding meegekeken kan worden om de progressie van het leren drinken te beoordelen.
Ter voorbereiding op een video-consult mag je jullie kind de dag voor het gesprek bloot wegen. Noteer dit gewicht op de voedingslijstjes die jullie bij het ontslag meekrijgen. Op de voedingslijstjes kun je naast de voedingen ook de luiers, het spugen en de temperatuur bijhouden. Deze voedingslijst wordt als leidraad gebruikt tijdens het video-consult.
Probeer alle vragen te bewaren om te bespreken tijdens het video-consult. Voor acute vragen die niet kunnen wachten tot de volgende afspraak mogen jullie dag en nacht de afdeling bellen voor advies. Het ziekenhuis blijft medisch eindverantwoordelijk voor de baby net zolang totdat hij of zij alle voedingen zelf drinkt.
Video-consult
Een video-consult, ook wel videobellen of videogesprek genoemd, is een veilige manier om te communiceren met zorgverleners in het ziekenhuis waarbij face-to-face contact is en jullie kind in ‘beeld’ gebracht wordt. Het voordeel is dat jullie dan niet naar het ziekenhuis hoeven te komen. Voor een video-consult wordt een gratis App gedownload. Meer informatie hierover lezen jullie in de flyer ‘Installeren App video-consult’.
Medisch specialistisch thuiszorgteam
Je belt de kinderverpleegkundige van het medisch specialistisch thuiszorgteam als er een nieuwe voedingssonde ingebracht moet worden. Zij adviseren niet over de voeding, conditie en groei van jullie kind. Zij brengen alleen een voedingssonde in en controleren de juiste positie daarvan.
Polikliniekbezoek
2 tot 3 weken na het ontslag uit het ziekenhuis wordt jullie baby gezien op de polikliniek Kindergeneeskunde. Daar hebben jullie een afspraak met de kinderarts of verpleegkundig specialist. Tijdens dit bezoek wordt de voorafgaande periode geëvalueerd. Ook wordt gekeken naar het drinkgedrag, conditie en de groei van jullie kind. Verder wordt het vervolgtraject voor jullie kind besproken.
Een prematuur geboren kind zal nog langere tijd gevolgd worden door de kinderarts of verpleegkundig specialist in het ziekenhuis. Tijdens deze nazorgcontroles op de polikliniek worden de groei en ontwikkeling onderzocht en de voeding en eventuele medicatie besproken. Voor de evaluatie van de groei en ontwikkeling van prematuur geboren kinderen wordt de eerste 2 jaar gebruikgemaakt van de zogenaamde gecorrigeerde leeftijd. De gecorrigeerde leeftijd is de leeftijd van het kind vanaf de uitgerekende datum.
Verzorging en veiligheid
Veel informatie over de verzorging van de baby lees je op onze website bij ‘Naar huis met je baby’. Hieronder volgt extra informatie voor prematuur geboren baby’s.
Lees meer over verzorging en veiligheid
Slapen en voorkomen voorkeurshouding
Vaak duurt het bij prematuur geboren kinderen langer voordat ze de hele nacht doorslapen. Door structuur in de dag te brengen en de nachtvoedingen zo rustig mogelijk te houden met gedempt licht en weinig geluid, zal het kind sneller een dag- nachtritme krijgen. Kinderen kunnen door het vele liggen en het eenzijdig benaderen een zogenaamde voorkeurshouding ontwikkelen. Hierdoor kan een afplatting aan de zijkant of de achterkant van het hoofd ontstaan. Dit komt bij prematuur geboren kinderen vaker voor dan bij op tijd geborenen. Het is belangrijk in rugligging het hoofd afwisselend beide kanten op te leggen en tijdens het voeden en het aankleden afwisselend het kind van links en rechts te benaderen. Mocht er toch afplatting optreden, dan kun je dit bespreken tijdens een nazorgcontrole.
Huilen
Huilen is voor een kind een manier om te communiceren. Een kind huilt omdat het honger heeft of moe is, of een combinatie van beide. Ook kan het last hebben van het verteren van de voeding of pijn hebben. Het wordt zeker bij prematuur geboren kinderen afgeraden om een kind te lang te laten huilen zonder het op te pakken. Een kind begrijpt het nog niet en heeft vooral nog behoefte aan geborgenheid. Als jullie kind pijn heeft door darmkrampjes en het overstrekt zich, breng dan voorzichtig de knietjes naar de buik zodat het kind een ronde houding heeft waardoor de buik zich ontspant.
Wiegendood en roken
Wiegendood is het plotseling en onverwachts overlijden van een baby onder de 2 jaar, zonder duidelijke lichamelijke verklaring van het overlijden. Naar de oorzaken van deze plotselinge sterfgevallen is al veel onderzoek gedaan. Zo is aangetoond dat kinderen die op de buik slapen een verhoogd risico hebben op wiegendood. Om deze reden worden kinderen altijd op de rug in bed gelegd. Roken in de omgeving van een baby is een andere mogelijke factor die bijdraagt aan wiegendood. Meeroken na de geboorte verhoogt het risico op wiegendood met 2,5 keer. Roken is na buikligging de belangrijkste risicofactor die voorkomen kan worden.
Vervoer
In de auto is het verplicht jullie baby in een speciaal autostoeltje (bijvoorbeeld Maxi-Cosy) te vervoeren. De meeste prematuur geboren kinderen zijn nog te klein voor dit stoeltje. Het is belangrijk dat het kind goed gesteund in het stoeltje zit. Door gebruik te maken van een zogenaamde stoelverkleiner, of een sling te maken van een opgerolde handdoek, kun je je kind goed ondersteunen en veilig vervoeren.
Naar buiten gaan
Een prematuur geboren baby is een kwetsbare baby en tot de uitgerekende datum mag hier zeker rekening mee gehouden worden. Bij voorkeur ga je tot de eerste nazorgcontrole niet naar buiten met de baby. Tijdens deze controle kun je bespreken wanneer je dit wel veilig kunt doen. Zodra je naar buiten kunt met jullie baby vermijd dan de ruimtes waar veel mensen bij elkaar komen, jullie baby loopt daar gemakkelijk een verkoudheid of een andere (virus)infectie op.
Contact
Wij willen benadrukken dat bij zorgen over jullie kind, jullie altijd contact kunnen opnemen met het ziekenhuis omdat bij ontslag met sondevoeding het ziekenhuis verantwoordelijk blijft voor de medische behandeling van jullie kind. Voor niet dringende vragen kun je de vragen bundelen en bespreken tijdens een video-consult. Zodra jullie kind niet meer afhankelijk is van sondevoeding is de huisarts verantwoordelijk en bellen jullie deze bij zorgen om de gezondheid.
Belangrijke telefoonnummers
- Afdeling Geboortezorg Utrecht: 088 320 34 14
Expertise en ervaring
Bij St. Antonius Geboortezorg bieden we alle zorg rondom zwangerschap en geboorte. Onze specialisten en verpleegkundigen staan 24 uur per dag klaar om jou, je kindje en je partner de beste zorg te kunnen bieden. Bij St. Antonius Geboortezorg werken gynaecologen, kinderartsen en verloskundigen zeer nauw samen. We werken vanuit de overtuiging dat iedere zwangere vrouw en haar partner centraal staan in een heel bijzondere fase van hun leven waar wij als zorgprofessionals graag een bijdrage aan leveren: zorgzaam, met plezier en zo persoonlijk mogelijk. Wij werken met passie en warmte en willen je graag net dat beetje meer geven. Elke familie en gezin is uniek. Jullie persoonlijke wensen vinden wij belangrijk. We vormen samen met jullie een hecht team en kijken naar welke zorg op welk moment gewenst is, het beste past en mogelijk is.