MRI-geleid biopt

• U vult thuis een vragenformulier in. Dit is nodig om na te gaan of een MRI-scan veilig is voor u. Zo is het belangrijk dat u geen metaal bij u draagt. U neemt het ingevulde vragenformulier mee naar het onderzoek.
• U mag geen metalen voorwerpen meenemen in de onderzoekskamer. Laat metalen voorwerpen daarom zoveel mogelijk thuis.
• U mag tijdens het onderzoek geen make-up dragen. In make-up kunnen namelijk metaaldeeltjes zitten.

U ligt tijdens het onderzoek in een open tunnel van het MRI-apparaat. Als u bang bent in kleine ruimtes kan dit moeilijk zijn (claustrofobie). Geldt dit voor u? Dan kunt u uw huisarts om een rustgevend medicijn vragen. Ook mag u iemand in de onderzoeksruimte meenemen als u dat prettig vindt.

Bent u 3 maanden of korter zwanger? Geef dit dan door aan uw casemanager. Tijdens de eerste maanden van de zwangerschap kan beter geen MRI-scan gedaan worden.

Een laborant haalt u op uit de wachtruimte en bespreekt eerst het vragenformulier met u. Daarna kleedt u zich de kleedkamer uit en doet u eventuele sieraden af.

U gaat op uw buik op een onderzoekstafel liggen. In de tafel is een uitsparing voor uw borsten. Uw borst met de afwijking wordt tussen twee plaatjes samengedrukt. Daarna schuift de laborant u in de open tunnel van het MRI-apparaat en worden beelden van de afwijking in uw borst gemaakt. Het is belangrijk dat u goed stilligt. Met behulp van de MRI-beelden bepalen de radioloog en de laborant de juiste plaats voor de punctie. Dit kan even duren. Als dit klaar is, schuift de laborant u weer uit de tunnel.

De radioloog verdooft de borst op de plaats van de punctie en maakt een klein sneetje in de huid. De radioloog brengt de punctienaald vervolgens via dit sneetje in. De radioloog vervangt de naald door een kunststof staafje. Daarna worden opnieuw MRI-beelden van uw borst gemaakt. Met behulp van de beelden controleert de radioloog of het staafje op de juiste plek zit. Daarna verwijdert de radioloog met een holle naald kleine stukjes weefsel uit de afwijking in uw borst.

De radioloog laat op de plaats van het weggenomen weefsel een kleine zogenoemde marker van edelstaal in de borst achter. Dit is bij een eventuele operatie een hulpmiddel voor de chirurg om de juiste plek terug te vinden. Is een operatie niet nodig? Dan blijft de marker in de borst zitten. Dit is geen enkel probleem voor het lichaam. Omdat edelstaal niet magnetisch is, is het voor een eventueel volgend MRI-onderzoek ook geen probleem.

U blijft na het onderzoek nog een half uurtje zitten. De laborant controleert dan of het wondje niet te veel nabloedt. Als alles goed gaat, kunt u naar huis.

U krijgt de uitslag tijdens een aparte afspraak met uw chirurg en/of casemanager op de poli van het Borstcentrum. We raden u aan om iemand mee te nemen. 

Het kan zijn dat u rond het wondje een blauwe plek krijgt. Dit gaat na een paar dagen vanzelf over. Is uw borst nog gevoelig? Dan kunt u de steunende beha de eerste dag(en) nog dragen.

Voor goed herstel is het belangrijk dat u zich thuis goed aan de volgende leefregels houdt:

• U mag de 2e dag na het onderzoek weer douchen en in bad. Laat de stripjes en de pleister dan nog wel op het wondje zitten.
• U mag de stripjes en de pleister na 4 dagen zelf verwijderen. Laten ze eerder los? Dan hoeft u er geen nieuwe op te doen.
• U kunt bij pijn zo nodig 1 of 2 tabletten paracetamol innemen. Lees voor het gebruik altijd eerst de gebruiksaanwijzing. Wilt u andere pijnstillers gebruiken? Overleg dan eerst met uw arts.
• U mag de eerste 24 uur geen zwaar werk doen en niet sporten.

Met vragen over het onderzoek kunt u contact opnemen met uw casemanager Chirurgie of met Radiologie.

U vindt de contactgegevens in Hoofdstuk 1.