Voor zeer kwetsbare oudere met gebroken heup is operatie niet altijd de beste optie
Niet opereren is ook behandelen
Zeer kwetsbare ouderen met een gebroken heup kunnen meer baat hebben bij een palliatief behandeltraject dan een operatie. Dat is de conclusie van een kwalitatief onderzoek van arts-onderzoeker Thomas Nijdam van het St. Antonius Ziekenhuis in Utrecht. De conclusies van het onderzoek zijn in augustus gepubliceerd.
"Wij behandelen in ons ziekenhuis jaarlijks 500 patiënten met een gebroken heup", antwoordt Nijdam op de vraag naar de aanleiding van het onderzoek. "Ondanks onze expertise krijgt ruim 40 procent van deze patiënten na een operatie te maken met complicaties. Een wondinfectie, urineweginfectie, longontsteking of delier (ernstige verwardheid) komen bijvoorbeeld vaak voor. Wij zien dit vooral bij zeer kwetsbare ouderen; mensen die ouder zijn dan 85 jaar, andere aandoeningen en een slechte conditie hebben en vaak een cognitieve beperking, bijvoorbeeld dementie."
Palliatief behandeltraject
"Vaak overlijden deze patiënten binnen een jaar na de val en de operatie: een op de acht binnen maand en ongeveer een op de drie binnen een jaar. Deze patiënten krijgen vaak te maken met complicaties en tegenslagen in het revalidatietraject waardoor zij niet meer volledig zullen terugkeren op het niveau van voor operatie. Uit eerder onderzoek blijkt dat de kwaliteit van leven na een operatie ook niet significant beter is dan zonder operatie. Je kunt je dus afvragen of opereren voor hen de best passende zorg is. Daarom hebben wij een mogelijkheid toegevoegd aan onze behandelingen: een palliatief behandeltraject. Dit traject is gericht op pijnbestrijding en comfort, zowel in het ziekenhuis als daarbuiten. Het palliatieve behandelplan stemmen we af op de wensen en behoeften van de patiënt."
Kwaliteit van leven en sterven
Om het palliatieve beleid te evalueren en te verbeteren voerde Nijdam een kwalitatief onderzoek uit. De conclusie van het onderzoek is dat zowel de patiënt als de nabestaande deze aanpak als passend en - naar omstandigheden - positief ervaren. Aandacht voor kwaliteit van leven én sterven wordt in deze fase belangrijker gevonden dan behandelingen gericht op het verlengen van het leven.
Het besluit om voor het palliatieve traject te kiezen, is een proces waarbij de patiënt en de familie nauw betrokken worden. De chirurg licht alle behandelopties en vooruitzichten uitgebreid toe. "Het zijn ingrijpende keuzes die op een vervelend moment moeten worden genomen: op de spoedeisende hulp, kort na de val en de diagnose. De patiënt en de familie kennen de chirurg niet, zij zijn geschrokken en de patiënt heeft vaak pijn of is verward. Toch blijkt uit het onderzoek dat het bieden van de mogelijkheid om niet te opereren aansluit bij de behoeften van de kwetsbare patiënt."
Niet opereren is ook behandelen
Naast de verbeterpunten die ook uit het onderzoek naar voren kwamen, zijn volgens Nijdam zijn twee punten belangrijk: "Van oudsher zijn we als dokters gewend om ons te richten op behandeling en herstel. We weten en kunnen ook steeds meer", zegt hij. "Maar is dat ook het beste voor de patiënt? Wij zien niet opereren óók als behandelen. Deze boodschap dragen we graag verder uit, maar het vergt wel een cultuurverandering binnen de zorg. Daarnaast pleiten we ervoor dat zorgverleners en familieleden tijdig het gesprek met elkaar aangaan over laatste levensfase. Het is belangrijk dat zorgverleners de tekenen van kwetsbaarheid herkennen en het gesprek op tijd aangaan. Het kan een gevoelig onderwerp zijn, maar bijtijds nadenken en praten over de invulling van de laatste levensfase scheelt bij acute problemen een hoop stress en draagt bij aan de keuzes voor de best passende zorg."
Het onderzoek: conclusies en resultaten
Het onderzoek van Nijdam was een kwalitatief onderzoek bij nabestaanden. Hij interviewde negentien familieleden over hun ervaringen met het palliatieve traject vanaf het breken van de heup tot aan het overlijden. In de gesprekken kwamen vier hoofdthema’s steeds terug: het besluitvormingsproces, de pijnervaring, de communicatie met de patiënt en het stervensproces. De conclusie is dat voor zeer kwetsbare ouderen met een gebroken heup een palliatief behandelplan een goed alternatief kan zijn ten opzichte van een operatie. De verbeterpunten zitten in de patiëntinformatie op de spoedeisende hulp nadat de chirurg de optie heeft toegelicht. De pijnstilling is het belangrijkste thema dat voor comfort van patiënt en naasten zorgt en kan mogelijk gerichter met minder bijwerkingen. Tot slot: het tijdig bespreekbaar maken van de wensen en behoeften in de laatste levensfase (Advanced Care Planning) moet binnen de zorg meer aandacht krijgen, zodat dit gesprek niet voor het eerst in de acute fase gevoerd hoeft te worden.
Meer weten
- Lees hier het volledige artikel over het onderzoek met de titel ‘Proxy-reported experiences of palliative, non-operative management of geriatric patients after a hip fracture: a qualitative study’.
- Eerder promoveerde arts-onderzoeker Henk Jan Schuijt op dit onderwerp: A Culture Change in Geriatric Traumatology.
- Lees hier meer over de palliatieve behandeling
- Bekijk onze website over de zorg voor kwetsbare ouderen met een gebroken heup op Centrum voor Traumageriatrie.