Proef: de ene maand op de spoedeisende hulp, dan weer op de ambulance
Afwisseling maakt werk aantrekkelijker
De ene maand werken op de ambulance, dan weer op de spoedeisende hulp. Die afwisseling kan volgend jaar werkelijkheid worden voor verpleegkundigen van zowel het St. Antonius Ziekenhuis als de regionale ambulancevoorziening RAVU.
De bestuurders van de ambulancedienst en het ziekenhuis ondertekenden vandaag een overeenkomst om uitwisseling van personeel mogelijk te maken. Het gaat om een proef van twee jaar waarin de deelnemers telkens afwisselend acht weken bij de ene dienst, dan weer bij de andere aan de slag gaan.
Uitbreiden
Bestuursvoorzitter van het St. Antonius Ziekenhuis Luc Demoulin: ,,De overeenkomst is vooral belangrijk voor onze medewerkers. Ze hebben vaak ambitie en willen een volgend stap maken. Het is mooi dat zo in goede banen te leiden.” RAVU-directeur Jack Versluis: ,,Het is belangrijk te begrijpen wat het werk van de ander is en het is goed voor de regionale samenwerking. Als de proef een succes is, willen we die zeker uitbreiden naar andere ziekenhuizen.”
Beide instellingen willen het werk afwisselender en aantrekkelijker maken voor hun eigen medewerkers, maar in de toekomst ook voor nieuwe verpleegkundigen.
Bachelor medisch hulpverlener op de SEH in Nieuwegein Melvin Nietveld ziet de uitwisseling wel zitten: ,,Op de ambulance ben je veel vrijer, je moet zelf bepalen wat je gaat doen. Dat geeft veel verantwoordelijkheid. Zeker omdat mensen op hun kwetsbaarst zijn. Ambulanceverpleegkundige Robin Heijgen zegt omgekeerd over de spoedeisende hulp: Het leuke daarvan is dat je veel verder ingaat op wat iemand nu echt mankeert.”
Bekijk in deze video hoe Robin en Melvin denken over elkaars werk.
Bestuurders Jack Versluis van de RAVU (links) en Luc Demoulin van het St. Antonius Ziekenhuis tekenen de overeenkomst bij de spoedeisende hulppost in Nieuwegein.
Kwaliteit
De samenwerking is een voorbeeld van streven naar intensievere samenwerking in de zogeheten acute zorg. Daarin zijn ambulancedienst en de afdelingen spoedeisende hulp van de ziekenhuizen belangrijke spelers. Met het samenwerkingstraject willen beide partijen de acute zorg als keten benadrukken. Zo sluit de zorgverlening beter aan, als verpleegkundigen beter op de hoogte zijn van procedures en werkwijzen bij de ander. Een ambulanceverpleegkundige kan een patiënt zo bijvoorbeeld beter voorlichten over wat hij op de spoedeisende hulp kan verwachten, hetgeen de kwaliteit van de zorg ten goede komt.
Afwisseling
De uitwisseling staat open voor ambulanceverpleegkundigen van de RAVU en verpleegkundigen van de spoedeisende hulp van het St. Antonius Ziekenhuis. Na selectie volgt een opleidingstraject van maximaal acht maanden. Na een selectieprocedure beginnen de eerste kandidaten hier na de zomer aan en kunnen de deelnemers komend voorjaar aan de slag bij de andere zorgpartner.
Zowel het St. Antonius Ziekenhuis als ambulancedienst RAVU hebben te maken met verpleegkundigen die vertrekken. In het ziekenhuis hebben sommigen meer behoefte aan afwisseling, op de ambulance aan teamwork met meerdere collega’s. De pilot beoogt verpleegkundigen meer mogelijkheden te bieden hun kennis en ervaring te verbreden en zo voor de instellingen te behouden.
Goud
,,Het gaat ook om duurzame inzetbaarheid,” licht Esther Boer van de Ravu toe. ,,Door de afwisseling blijven mensen langer fris in hun werk. Bijvoorbeeld voor oudere mensen uit de ambulancedienst is het prettig een tijdje in teamverband te kunnen werken. Medewerkers kunnen zich dankzij dit project breder ontwikkelen. Ze zien beter wat er met een patiënt gebeurt. Voor de SEH-verpleegkundige is dat wat er aan de binnenkomst van een patiënt vooraf is gegaan, voor zijn collega op de ambulance wat daar achteraan komt. Dat geeft begrip. Nu vraagt een SEH-verpleegkundige zich misschien af waarom in de ambulance nog geen hartfilmpje van een patiënt gemaakt is, of andersom. Het weghalen van die schotten leidt tot meer begrip, samenwerking en daardoor ook betere zorg,” aldus Boer.
Ramona Stui, afdelingshoofd spoedeisende hulp van het St. Antonius Ziekenhuis verwacht veel animo voor de pilot. ,,Veel medewerkers kijken er naar uit. Zo maken we mensen duurzamer inzetbaar en het komt de kwaliteit van de zorg ten goede. Dat is goud.”