Depressie bij ouderen manifesteert zich anders
Promotieonderzoek psychiater Annette Hegeman
Als het aan promovendus Annette Hegeman ligt, moet er extra aandacht komen voor het herkennen van een depressie bij ouderen. Het onderzoek waarop Hegeman vandaag promoveert aan de Universiteit van Leiden toont aan dat depressie bij ouderen zich anders manifesteert dan bij jongeren.
Het blijkt dat depressieve ouderen boven de 70 jaar minder klachten uiten van somberheid en schuldgevoelens (zoals jezelf verwijten maken), waardoor lichamelijke symptomen van een depressie meer op de voorgrond staan. Voorbeelden van dergelijke fysieke klachten zijn vermoeidheid, gebrek aan eetlust en pijn. De aandacht voor die klachten kan tot gevolg hebben dat de achterliggende depressie buiten beeld blijft bij hun arts of andere zorgverlener.
Annette Hegeman, psychiater in het St. Antonius Ziekenhuis in Utrecht/Nieuwegein, beschrijft in haar proefschrift ook dat hoe meer chronische lichamelijke ziekten er meespelen, hoe ongunstiger het beloop van een depressie is. Depressie komt op oudere leeftijd veelvuldig voor. Vaak zijn de klachten chronisch.
Hegemans onderzoek bevestigt wat in medische kringen al langer werd vermoed: depressie bij ouderen is anders. Eerdere studies lieten zien dat depressieve ouderen meer lichamelijke klachten ervaren dan jongere volwassenen met een depressie. “Een depressie uit zich bij hen meer lichamelijk, zou je dan denken. Maar deze verschillen kunnen misschien ook verklaard worden doordat ouderen meer leeftijdsgerelateerde ziekten hebben die lichamelijke klachten geven,” stelt Hegeman. Ze besloot dit te onderzoeken binnen de NESDO-studie (Netherlands Study on Depression in Older Persons). In haar promotieonderzoek, uitgevoerd bij het LUMC, onderscheidt ze drie soorten depressieve klachten:
- stemmingsklachten, zoals somberheid, prikkelbaarheid en angstgevoelens;
- lichamelijke klachten, waaronder slaapproblemen, gebrek aan eetlust, vermoeidheid en pijn;
- motivationele klachten, zoals te veel slapen, zelfverwijt en een gebrek aan energie en interesse.
Door depressieve ouderen te vergelijken met niet-depressieve leeftijdgenoten ontrafelde Hegeman welke symptomen voortkomen uit chronische lichamelijke ziekten of veroudering zelf, en welke symptomen bij de depressie horen.
Ernstiger beloop bij chronische ziekten
De uitkomsten van het promotieonderzoek bieden nieuwe inzichten voor de omgang met oudere patiënten. Bij onbegrepen lichamelijke klachten, zoals vermoeidheid of gewichtsverlies zonder duidelijke verklaring, zouden artsen expliciet naar sombere gevoelens of schuldgevoelens moeten vragen, adviseert Hegeman.
Hegeman ontdekte verder dat depressieve ouderen met chronische ziekten meer kans hebben om na twee jaar nog steeds depressief te zijn. Het beloop van de depressie is bij hen eveneens ernstiger. “Dat geldt vooral voor depressieve ouderen met hart- en vaatziekten, kanker, COPD en aandoeningen van het bewegingsapparaat, zoals artrose en reuma”, licht Hegeman toe. “Deze ouderen moeten we dus extra goed in de gaten houden.”