Het jasje van... Jan Jansen
Sinds twee jaar is Jan Jansen afdelingsassistent op de IC/MC. Hij is de rechterhand van de verpleegkundige en is verantwoordelijk voor allerlei ondersteunende taken op de afdeling. Hij vult materiaal aan, brengt ontbijt en koffie rond en helpt met wassen en aankleden. Het mooiste aan zijn werk vindt hij het contact met patiënten.
Welk jasje draag je?
“Ik draag 36 uur per week het jasje van een verpleegkundige. Twee jaar geleden werkte ik nog in het magazijn en droeg ik heel andere kleding. Dat was ook leuk werk, maar ik wilde graag wat anders. In mijn werk als afdelingsassistent heb ik veel meer contact met patiënten. Dat miste ik bij het magazijn.”
Hoelang draag je het jasje al?
“In april werkte ik twee jaar als afdelingsassistent op de IC/MC. Een goede keuze om hier te gaan te werken. Dat had ik eigenlijk veel eerder moeten doen. Dit is echt voor mij.”
Wat zijn je belangrijkste taken in het ziekenhuis?
“Als afdelingsassistent ondersteun ik de verpleegkundigen op de afdeling en zorg ik ervoor dat zij goed hun werk kunnen doen. Ik vul materiaal bij, zoals injectiespuiten, pleisters en verbandmateriaal. Ook breng ik het ontbijt rond, deel koffie uit en help patiënten bij het wassen en aankleden. Ik breng patiënten naar andere afdelingen en maak een praatje met ze. Ook ondersteun ik familie van de patiënt. Voor hen is het vaak heftig om hun geliefde zo te zien. Ik probeer hen dan bij te staan.”
Wat vind je het leukste aan je werk?
“Het leukste aan mijn werk is het contact met patiënten. Patiënten die bij ons op de Intensive Care en Medium Care komen zijn natuurlijk heel erg ziek. Ik probeer mensen blij te maken, zodat ze het ‘ziek zijn’ soms heel even kunnen vergeten. Als dat dan lukt, is dat prachtig om te zien. Mooi is ook als het lukt om mensen toch aan het eten of drinken te krijgen, terwijl ze aangeven daar helemaal geen zin in te hebben. Ook de sfeer onderling is heel fijn op de afdeling. Dat is belangrijk, want je maak soms ook minder leuke momenten mee. Soms komen patiënten helaas te overlijden en ook dan zijn we er voor elkaar.”
Mooiste momenten?
“Ik maak geregeld mooie momenten mee. Het gaat dan vooral om kleine momentjes, maar al die momenten bij elkaar staan wel voor iets groots. Het is altijd mooi om een patiënt die maanden niet is buiten geweest, toch even mee te kunnen nemen om te genieten van het zonnetje. Die glimlach die dan op het gezicht verschijnt, is prachtig. Ook heel bijzonder is als patiënten weer naar huis mogen en ze weken later nog eens terug komen. Helemaal opgeknapt en dankbaar voor de goede zorgen. Heel mooi om patiënten dan weer terug te zien. Dat is toch waar je het voor doet.”