Kankercentrum

Chemoradiatie bij endeldarmkanker

Chemoradiatie is een combinatie van radiotherapie (bestraling) en chemotherapie (medicijnen).

In voorbereiding op de operatie krijgt u in overleg met uw arts eerst 5 weken chemoradiatie.  Dit wordt een lange voorbehandeling genoemd. U krijgt hier van uw oncoloog en de verpleegkundig specialist oncologie uitgebreid uitleg over.

Tijdens de chemoradiatie wisselt u van casemanager. De verpleegkundig specialist oncologie neemt de begeleiding tijdelijk over van uw casemanager MDL.

Waarom is chemoradiatie nodig?

Het behandelteam adviseert chemoradiatie als de tumor door de darmwand heen groeit en/of bij (veel) uitzaaiingen in de lymfeklieren. Chemotherapie versterkt de werking van de bestraling. De kans dat de tumor na de operatie in de endeldarm terugkomt is daardoor kleiner. Ook kan de tumor zelf door de chemoradiatie kleiner worden. De tumor kan dan tijdens de operatie beter in zijn geheel worden verwijderd.

In dit invoegblad vindt u uitleg over chemotherapie bij chemoradiatie. Zie voor uitleg over radiotherapie (bestraling) het invoegblad ‘Radiotherapie bij endeldarmkanker’. 

Wat is chemotherapie?

Chemotherapie is een behandeling van kanker met cytostatica. Dit zijn medicijnen die de deling van snel delende cellen, waaronder kankercellen, afremmen. Er zijn veel soorten cytostatica. De meeste worden toegediend via een infuus, sommige in tabletvorm. U krijgt het medicijn Capecitabine of Xeloda, in tabletvorm.

Voorbereidende afspraken

U heeft voor de start van de behandeling een afspraak met uw oncoloog en verpleegkundig specialist. Neem een overzicht mee van alle medicijnen die u gebruikt. Verder adviseren wij u om een naaste mee te nemen naar deze afspraken.

Internist-oncoloog

U heeft als eerste een afspraak met uw internist-oncoloog. U krijgt van de internist-oncoloog uitleg over behandeling en de werking en het effect van de medicijnen.

Verpleegkundig specialist Oncologie

Aansluitend of enkele dagen na de afspraak met de oncoloog heeft u een gesprek met uw verpleegkundig specialist Oncologie. U krijgt van de verpleegkundig specialist uitleg over de gang van zaken en de behandeling. Onder andere over:

  • Hoe, hoelang, hoeveel en wanneer u de tabletten moet innemen;
  • Mogelijke bijwerkingen;
  • Wat u zelf kunt doen om bijwerkingen zoveel mogelijk te voorkomen;
  • Uw controleafspraken op de poli Interne Geneeskunde: 1 week en 3 weken na de start van de chemoradiatie bij de verpleegkundig specialist en na afloop van de behandeling.

Bloedonderzoek

Meteen na uw afspraak met de verpleegkundig specialist wordt bloed afgenomen. Uw bloed wordt onderzocht op de lever- en nierfunctie en op de aanwezigheid van het enzym DPYD. Als dit enzym ontbreekt, moet de dosering van de medicijnen mogelijk worden aangepast. U krijgt het recept voor de medicijnen na dit onderzoek van uw verpleegkundig specialist. 

De behandeling

Zodra u met de bestraling start, begint u ook met de tabletten capecitabine. Op dagen dat u wordt bestraald, neemt u ook altijd 2 keer per dag de tabletten in. Op de dagen dat u niet wordt bestraald, neemt u geen capecitabine in. Uw verpleegkundig specialist bespreekt dit met u.

Gebruiksaanwijziging capecitabine

  • U neemt de 1e dosis binnen 30 minuten na uw ontbijt.
  • U neemt de 2e dosis ongeveer 10 tot 12 uur later in.
  • Neem alle tabletten binnen een half uur in, nadat u iets heeft gegeten.
  • Slik de tabletten heel door met water.

Wat doet u als u tabletten vergeet?

Vergeet u een keer om uw tabletten in te nemen? Neem de vergeten tabletten dan niet alsnog in, maar volg gewoon uw schema en neem voor overleg contact op met de afdeling of verpleegkundig specialist.

Wat doet u als u te veel tabletten heeft ingenomen?

Heeft u per ongeluk te veel tabletten ingenomen? Neem dan direct contact op met uw verpleegkundig specialist. Het telefoonnummer vindt u in het hoofdstuk 'Contactgegevens'.

Tussentijdse controleafspraken en bloedonderzoek

U heeft in ieder geval na 1 en na 3 weken een controleafspraak met uw verpleegkundig specialist. Deze contoleafspraak kan in het ziekenhuis of telefonisch zijn. Als dit vaker nodig is, bespreekt de verpleegkundig specialist dit met u.

1 en 3 weken na de start van de behandeling wordt er bij u bloed geprikt. De verpleegkundig specialist bespreekt de bloedwaarden en eventuele bijwerkingen van de chemoradiatie met u.

Eten en drinken

Het is belangrijk dat u tijdens de behandeling genoeg, gezond en gevarieerd eet en drinkt. Drink 1,5 tot 2 liter per dag (10 tot 15 glazen). Het is belangrijk dat u tijdens de behandeling niet veel gewicht verliest. U wordt zo nodig verwezen naar een diëtist.

Hoe gaat u om met resten medicijnen in urine en ontlasting?

Tijdens de behandeling kunnen nog 2 dagen na de chemoradiatie resten medicijnen (capecitabine) in uw urine, ontlasting en eventueel braaksel zitten. Het is niet erg als u daar zelf mee in aanraking komt. Maar zorg ervoor dat de mensen in uw omgeving hier niet mee in aanraking komen. Om dit zoveel mogelijk te voorkomen, is het belangrijk dat u de volgende instructies opvolgt.

  • Maak de rand en de bril van het toilet elke dag schoon, bij voorkeur met een wegwerpdoekje met allesreiniger. Doe dit zo mogelijk zelf. Als iemand anders het doet, moet hij of zij huishoudhandschoenen dragen.
  • Spoel het toilet na gebruik altijd 2 keer door. Doe dit met een gesloten deksel. Dit voorkomt spetteren.
  • Voor mannen: plas bij voorkeur zittend. Dit voorkomt spetteren.
  • Spoel vuil wasgoed eerst een keer apart met een koud spoelprogramma. Daarna kunt u het net als anders samen met de andere was (ook van uw huisgenoten) wassen zoals u gewend bent.

Bovenstaande regels gelden ook als u ergens anders naar het toilet gaat.

Regels voor verpleegkundigen

Verpleegkundigen in het ziekenhuis en eventueel bij u thuis, dragen altijd handschoenen en schorten als zij u verzorgen. Omdat zij dagelijks in aanraking komen met mensen die chemotherapie krijgen, gelden voor hen strengere regels dan voor u en uw bezoek.

Na de behandeling

Het herstel na afronding van de chemotherapie en chemoradiatie is per persoon verschillend. U krijgt van uw internist-oncoloog en verpleegkundig specialist uitleg over wat u kunt verwachten in uw geval.

Zie ook hoofdstuk 'Nazorg'.

Controle

U komt na afronding van de chemoradiatie nog 1 keer voor controle bij uw verpleegkundig specialist oncologie. U bespreekt dan eventuele klachten door de behandeling. De verpleegkundig specialist bespreekt met u wat eraan gedaan kan worden en er wordt nog 1 keer bloed geprikt. Daarna nemen de casemanager MDL en de chirurg de controles weer over.

Bij welke klachten waarschuwt u het ziekenhuis?

Heeft u pijn op de borst: Bel direct 112.

Neem bij (een van) de volgende klachten nog dezelfde dag contact op met de verpleegkundig specialist Oncologie of de Dagbehandeling Kankercentrum:

  • Koorts boven 38,5°
  • Koude rillingen
  • Langdurige bloedneuzen: langer dan een half uur
  • Blauwe plekken zonder dat u bent gevallen of u zich heeft gestoten
  • Aanhoudend bloeden van een wondje: langer dan een half uur
  • Bloed in ontlasting of urine
  • Klachten van hand-voetsyndroom
  • Aanhoudende pijn

Neem contact op met uw verpleegkundig specialist Oncologie als de volgende klachten niet overgaan:

  • Langer dan 24 uur overgeven
  • Langer dan 24 uur waterdunne diarree
  • Na 1 dag verstopping
  • Plotselinge huiduitslag
  • Pijnlijke voeten

Twijfelt u of voelt u zich onzeker over bepaalde klachten? Neem dan ook gerust contact op.

U vindt de telefoonnummer in de informatiemap in het hoofdstuk 'Contactgegevens'.

Code KAN PIM-DK-06-H

Terug naar boven