Onder Artsen maart 2021

Interview met internist Arend-Jan Meinders over het afgelopen jaar

"Wie wil samenwerken gooit niet zomaar iets over de schutting"

meinders-arend-jan-1

Internist Arend-Jan Meinders werd ruim een jaar geleden medisch manager Transmurale Zorg. De investeringen met betrekking tot het verstevigen van de samenwerking tussen het ziekenhuis en de andere zorgverleners, lieten tijdens de coronapandemie zien dat er al mooie stappen zijn gezet, vindt Meinders.

“Het was mooi om te zien dat we, zonder heel formeel beleid, samen het hoofd boven water hebben gehouden”, zo kijkt Arend-Jan Meinders terug op de eerste coronagolf in het voorjaar van 2020. “Huisartsen hebben veel tijd gestoken in het beoordelen van patiënten en in het bespreken van de mogelijkheden en onmogelijkheden van het ziekenhuis. En kijkend naar de VVT vind ik ook dat de soepele uitplaatsingen naar speciaal ingerichte revalidatieafdelingen absoluut hebben bijgedragen aan de goede zorg die we samen geleverd hebben. Ik vind dat deze periode gekenmerkt is door een uitstekende collegiale samenwerking waarbij we elkaar goed wisten te vinden.”

Digitale samenwerking

Als medisch manager Transmurale Zorg vindt Arend-Jan Meinders het contact in de keten van groot belang. Contact dat door de schaalvergroting van het ziekenhuis en door de veranderingen binnen de huisartsgeneeskunde anders moet worden vormgegeven dan vroeger. Arend-Jan: “We zullen daar nadrukkelijker beleid op moeten maken en in moeten investeren.”
Volgens de internist heeft de coronacrisis daar ongewild een goede bijdrage aan geleverd. “Ik denk dat vooral de digitale samenwerking een flinke impuls heeft gekregen. Webinars en elektronische vergaderingen hebben ons geïnspireerd om nieuwe samenwerkingsvormen verder te exploreren.”

Kern van samenwerking

Die samenwerking moet uiteindelijk leiden tot het vervullen van de kern van de transmurale opdracht: de juiste zorg op de juiste plek verlenen. “Maar”, zo voegt Arend-Jan heel nadrukkelijk toe, “dat wil niet zeggen dat wij als medisch specialisten een deel van de zorg over de schutting naar de huisartsen moeten gooien. Dat is ook niet wat we willen. Wij moeten de huisartsen tegemoetkomen door de kennis en kunde beter beschikbaar te stellen. Dat kan in fysieke samenwerkingsvormen, maar dat kan ook digitaal. Een voorbeeld? Nu wordt de vraag of een patiënt medisch specialistische zorg nodig heeft vaak nog beantwoord ín het ziekenhuis. Daar moeten we wat mij betreft vanaf.  Voor de nabije toekomst liggen er grote uitdagingen waar ik graag met de huisartsen mee aan de slag wil. En als de coronapandemie iets heeft laten zien, is het dat we al een heel eind op de goede weg zijn.”

Terug naar boven