Onderzoek pulmonale hypertensie bij sarcoïdose
Het hart kan op twee manieren betrokken raken bij sarcoïdose. Dit kan doordat de ontsteking daadwerkelijk in het hart aanwezig is, maar sarcoïdose kan ook hoge bloeddruk in de longvaten veroorzaken. Dit noemen we pulmonale hypertensie (PH). PH is een zeldzame, progressieve en ongeneeslijke aandoening aan de vaten van de longen, die het risico op hartfalen verhoogt. Het is van groot belang om PH goed en vroegtijdig vast te stellen.
Uit promotieonderzoek van Harold Mathijssen van het St. Antonius Ziekenhuis blijkt dat alertheid op hoge bloeddruk in de longslagader en hartproblemen bij sarcoïdose patiënten de behandeling en kwaliteit van leven verbetert.
Help ook mee onderzoek mogelijk te maken
Dit onderzoek in het kort
Doel | Kennis over vroegtijdige diagnose (vaststellen van de ziekte) verbeteren voor pulmonale hypertensie bij sarcoïdose. |
Omschrijving onderzoek | In deze studie onderzoeken we hoe vaak pulmonale hypertensie voorkomt en hoe we de diagnose van PH kunnen verbeteren. Het is belangrijk om de diagnose zorgvuldig en vroegtijdig te kunnen vaststellen. |
Toelichting | Wat is pulmonale hypertensie (PH)? Pulmonale hypertensie (PH) betekent letterlijk een hoge bloeddruk in de longvaten. Bij pulmonale hypertensie raakt de binnenbekleding van de bloedvaten in de longen (endotheel) door de ziekte aangetast. Hierdoor vernauwen de bloedvaten, waardoor de bloeddruk in deze vaten stijgt. Door de hoge bloeddruk in de longen moet vooral de rechter harthelft erg hard werken. Hierdoor verhoogt het risico op hartfalen en een ernstig verloop van de ziekte. Onderzoek is nodig om de diagnose van PH te verbeteren. |
Onderzoeker |
Marloes Huitema, Msc |
Onderzoeksperiode | 2016-2020 |
Mede mogelijk gemaakt door | Topzorg TZO |
Onderzoeksvragen en resultaten
Hoe vaak komt pulmonale hypertensie voor bij sarcoïdose?
Hoewel het eerste geval van PH bij sarcoïdose werd beschreven in 1949 blijft het onduidelijk hoe vaak dit precies voorkomt. Hoe vaak pulmonale hypertensie bij sarcoïdose voorkomt, lijkt te verschillen tussen etniciteiten. Dit werd nooit eerder onderzocht in een groep Europese patiënten. Wij deden de eerste grote Europese studie naar het voorkomen van pulmonale hypertensie bij sarcoïdose.
Resultaten
Ons onderzoek toonde aan dat 3% van de blanke Nederlandse patiënten met sarcoïdose pulmonale hypertensie heeft. Bij mensen van andere afkomst (etniciteiten) ligt dit aantal hoger. Vooral bij niet-blanke patiënten komt pulmonale hypertensie vaker voor en zorgt het voor een ernstig verloop van de ziekte.
Hoe kunnen we pulmonale hypertensie voorspellen en beter vaststellen bij sarcoïdose?
Dit onderzoek loopt nog.