Biomarker onderzoek bij sarcoïdose
Cellen communiceren met elkaar via stoffen. Ontstoken of beschadigde cellen sturen dan andere stoffen uit dan gezonde cellen. Een deel van deze stoffen is meetbaar en kunnen ons veel vertellen over de ziekte en hoe het lichaam reageert op medicijnen. Dit noemen we biomarkers. Het vinden van de juiste biomarker kan zeer waardevol zijn om de behandeling van sarcoïdose te verbeteren.
Het vinden van de juiste biomarkers maakt het mogelijk om de behandeling op de patiënt af te stemmen (denk aan beter inschatten hoe de ziekte verloopt, juiste moment van behandelen, vroegtijdig dosis van medicijnen aanpassen). Dit onderzoek kan leiden tot een succesvollere behandeling van sarcoïdose.
Lees meer
De communicatie tussen cellen is zeer complex. In deze studie zoeken we naar biomarkers of een combinatie daarvan die gebruiken in de kliniek. Dit kunnen we onderzoeken door gebruik te maken van materialen en gegevens uit onze biobank ILD. In de biobank ligt namelijk bloed opgeslagen van van patiënten in meerdere momenten in het ziekteproces. Van deze patiënten weten we ook hoe de ziekte bij hen verloopt en hoe zij op medicijnen reageren. De biobank is daardoor heel waardevol voor dit onderzoek.
Help ook mee onderzoek mogelijk te maken
Dit onderzoek in het kort:
Doel onderzoek | Meetbare stoffen (biomarkers) vinden die zeer waardevol kunnen zijn bij de verbetering van diagnose (het vaststellen van de ziekte) en het voorspellen van hoe de ziekte sarcoïdose verloopt. |
Omschrijving onderzoek | Met de juiste biomarkers kunnen we voorspellen hoe de ziekte verloopt, of medicijnen nodig zijn en hoe een patiént op medicijnen zal reageren. Dit zal uiteindelijk bijdragen aan een persoonlijk gerichte (effectievere) behandeling. |
Onderzoeker | Milou Schimmelpenninck, MSc |
Onderzoeks periode | 2017-2021 |
Mede mogelijk gemaakt door | St. Antonius Onderzoeksfonds |
Onderzoeksvragen en resultaten:
Waarde van sIL-2R als diagnostische en voorspellende biomarker bij sarcoïdose
Onderscheid maken tussen interstitiële longziekten (ILD) is een uitdaging. Serumoplosbare interleukine 2-receptor (sIL-2R) wordt gebruikt als marker om sarcoïdose vast te kunnen stellen. Of deze waarde ook gebruikt kan worden voor de diagnose van andere ILD's zoals idiopathische longfibrose (IPF) of overgevoeligheidspneumonitis (HP) is nog niet onderzocht. Ook is de voorspellende waarde (van hoe de ziekte verder zal verlopen) van sIL-2R bij sarcoïdose nog niet onderzocht.
Hoge SAA-waarden (stofje dat het lichaam bij een infecie aanmaakt) komen niet alleen voor bij voor sarcoïdose. Mogelijk is SAA behalve bij het proces van granuloomvorming ook betrokken bij de reactie van het lichaam hierop. Om dit met zekerheid te zeggen is verder onderzoek nodig.
Uitgebreide toelichting
Serum amyloid A (SAA) is een stofje dat door het lichaam aangemaakt wordt als er een infectie is. Ook komen verhoogde waardes hiervan voor in een aantal ontstekinggerelateerde ziektes waaronder sarcoïdose. Een onderzoek uit Amerika heeft laten zien dat SAA mogelijk een rol speelt bij het vormen en het in stand houden van granulomen.
We hebben SAA-waardes gemeten in bloed van patiënten die deelnemen aan onze biobank. Als granulomateuze ziekten hebben we gekeken naar patiënten met sarcoïdose, hypersensitivity pneumonitis (HP) en (eosinofiele) granulomatose met polyangiitis ((E)GPA). Dit hebben we vergeleken met niet-granulomateuze patiënten die idopathische pulmonale fibrose (IPF) hebben.
Resultaten
- Hoge SAA-waarden komen niet alleen voor bij sarcoïdose. De SAA-waardes in bloed van alle patiëntengroepen waren hoger dan de SAA-waardes van de controlegroep. Onderling verschilden de SAA-waardes van de patiënten groepen niet veel.
- Binnen de sarcoïdosegroep viel op dat patiënten met fibrose (littekenweefsel in de longen) hogere SAA-waardes hadden dan sarcoïdosepatiënten zonder fibrose (47,8 µg / ml versus 29,4 µg / ml, p = 0,005).
- Omdat de SAA-waardes van patiënten met IPF ook hoger waren dan de waardes van gezonde personen, zou het kunnen dat:
- SAA behalve bij het proces van granuloomvorming ook betrokken is in het proces van fibrosevorming;
- SAA geproduceerd wordt als reactie op fibrose.
Zijn serum amyloid A (SAA) waardes in bloed hoger bij patiënten met een granulomateuze ziekte?
Hoge SAA-waarden zijn niet specifiek voor sarcoïdose. Mogelijk is SAA naast het proces van granuloomvorming ook betrokken in het proces van of reactie op fibrosevorming. Om dit met zekerheid te zeggen is verder onderzoek nodig.
Uitgebreide toelichting
Serum amyloid A (SAA) is een stofje dat door het lichaam aangemaakt wordt als er een infectie is. Ook komen verhoogde waardes hiervan voor in een aantal ontstekinggerelateerde ziektes waaronder sarcoïdose. Een onderzoek uit Amerika heeft laten zien dat SAA mogelijk een rol speelt bij het vormen en het in stand houden van granulomen.
We hebben SAA-waardes gemeten in bloed van patiënten die deelnemen aan onze biobank. Als granulomateuze ziekten hebben we gekeken naar patiënten met sarcoïdose, hypersensitivity pneumonitis (HP) en (eosinofiele) granulomatose met polyangiitis ((E)GPA). Dit hebben we vergeleken met niet-granulomateuze patiënten die idopathische pulmonale fibrose (IPF) hebben.
Resultaten
- Hoge SAA-waarden komen niet alleen voor bij sarcoïdose. De SAA-waardes in bloed van alle patiëntengroepen waren hoger dan de SAA-waardes van de controlegroep. Onderling verschilden de SAA-waardes van de patiënten groepen niet veel.
- Binnen de sarcoïdosegroep viel op dat patiënten met fibrose (littekenweefsel in de longen) hogere SAA-waardes hadden dan sarcoïdosepatiënten zonder fibrose (47,8 µg / ml versus 29,4 µg / ml, p = 0,005).
- Omdat de SAA-waardes van patiënten met IPF ook hoger waren dan de waardes van gezonde personen, zou het kunnen dat:
- SAA behalve bij het proces van granuloomvorming ook betrokken is in het proces van fibrosevorming;
- SAA geproduceerd wordt als reactie op fibrose.