Vaginale kijkoperatie in de buikholte (transvaginale hydrolaparoscopie)

Als u dat wilt, kunt u zelf ook meekijken. Uw partner mag ook aanwezig zijn tijdens het onderzoek. Het onderzoek gebeurt onder plaatselijke verdoving. In principe kunt u daarna direct weer naar huis.

De beste periode voor het onderzoek is in de eerste helft van uw cyclus. Dat wil zeggen, ná uw menstruatie, maar vóór de eisprong, zodat zeker is dat u niet zwanger bent tijdens het onderzoek. Als uw menstruatie begint, kunt u bellen naar het St. Antonius Vruchtbaarheidscentrum om een datum af te spreken voor het onderzoek. 

Op de dag van uw afspraak meldt u zich 10 minuten van tevoren bij de afdeling Endoscopie. Daarna gaat u naar de verrichtingenkamer waar het onderzoek plaatsvindt.

Een goede voorbereiding is voor u en voor ons belangrijk. Ons animatiefilmpje Voorbereiding op uw afspraak bij de polikliniek toont hoe u zich goed voorbereidt op uw afspraak en wat u kunt verwachten van uw afspraak. 

Bent u (mogelijk) zwanger? Laat dit dan zo snel mogelijk aan ons weten.

U hoeft voor dit onderzoek niet nuchter te komen. Dat betekent dat u, voordat u naar het ziekenhuis komt, gewoon mag eten en drinken. Als u medicijnen gebruikt, mag u die ook gewoon innemen zoals u dit normaal ook doet.

Op de dag van het onderzoek neemt u 1 uur voor de ingreep 2 tabletten Paracetamol van 500 mg en 1 tablet Naproxen 500 mg. U krijgt deze mee op de polikliniek na uw bezoek aan de arts.

• Draag gemakkelijk zittende kleding, die u gemakkelijk aan- en uit kunt trekken.
• Als uw onderzoek langer duurt, kan het fijn zijn om ook warme sokken mee te nemen.
• Neem een reservesetje kleding mee.

Mijn Antonius is het beveiligde online patiëntenportaal van het St. Antonius Ziekenhuis. Heeft u nog geen account? Dan is het handig als u er een aanmaakt. Op onze webpagina Mijn Antonius leest en ziet u hoe u dit eenvoudig doet. 

Bent u verhinderd voor het onderzoek? Laat het ons dan zo snel mogelijk weten. Neem hiervoor telefonisch contact op met de afdeling of polikliniek waar het onderzoek plaatsvindt. 

In de onderzoekkamer gaat u zitten op een zelfde soort onderzoekstoel als tijdens het gewone gynaecologisch onderzoek. Eerst doet de arts een inwendig onderzoek (door het inbrengen van vingers) om de grootte en de stand van de baarmoeder te beoordelen. Daarna ontsmet hij/zij de schaamlippen met jodium. Dan brengt de arts een eendenbek (speculum) in en pakt met een tangetje de baarmoedermond vast. Dit kan even gevoelig zijn.

Met een dun naaldje wordt verdovingsvloeistof ingespoten in de schedewand, net onder de baarmoederhals. De meeste vrouwen voelen dit niet of nauwelijks. Het kan wel een beetje bloedverlies veroorzaken. Net achter het verdoofde gebied ligt de buikholte. Met een speciale naald geeft de arts in het verdoofde gebied een prikje tot in de buikholte. De endoscoop wordt dan ingebracht in de buikholte. Via dezelfde toegang kan ook vocht worden ingebracht. Dit vocht zorgt ervoor dat de buikholte goed in beeld komt. In het kijkbuisje zit een kleine camera. Via een televisiescherm ziet de arts zo de achterkant van de baarmoeder, de eileiders en de eierstokken.

Als de arts met u heeft afgesproken dat ook wordt gekeken of de eileiders goed doorgankelijk zijn, brengt hij een dun slangetje via de baarmoedermond in de baarmoederholte. Via dit slangetje wordt een blauwgekleurde vloeistof (methyleenblauw oplossing) in de baarmoederholte gespoten. Met het kijkbuisje kan de arts nu zien of deze blauwgekleurde vloeistof aan het uiteinde van de eileiders tevoorschijn komt. Dat betekent dat de eileiders goed doorgankelijk zijn.

Als het onderzoek klaar is, haalt de arts het slangetje uit de baarmoederholte en wordt ook het kijkbuisje verwijderd, nadat eerst het vocht uit de buikholte weggehaald is. Het wondje in de schedewand groeit vanzelf weer dicht. Uw partner mag bij het onderzoek aanwezig zijn.

Uitslag

De onderzoeker deelt zijn eerste bevindingen met u. De uitslag krijgt u van uw behandeld arts.

Het onderzoek duurt 15-30 minuten. U kunt daarna weer naar huis. Hoewel u gewoon kunt lopen, fietsen of autorijden, is het verstandig ervoor te zorgen dat er iemand met u meegaat. U kunt dezelfde dag of de volgende dag weer aan het werk. Als u geen bloedverlies meer hebt, mag u gerust weer seks hebben. Dit kan de eerste dagen wel wat pijnlijk zijn.

Een THL is een ingreep met weinig risico’s die over het algemeen zonder problemen verloopt. Een enkele keer komen er wel complicaties voor.

Na het onderzoek kunt u nog enkele dagen wat bloedverlies of bruine afscheiding hebben en een gevoelige onderbuik. Deze verschijnselen gaan binnen 2 à 3 dagen vanzelf over. Als het bloedverlies meer is dan een flinke menstruatie of als de klachten langer aanhouden of erger worden, neem dan contact op met het St. Antonius Vruchtbaarheidscentrum.

Soms ontstaat er een infectie in de buikholte of de eileiders. Als u koorts of hevige buikpijn krijgt, bel dan direct het St. Antonius Vruchtbaarheidscentrum. Buiten kantoortijden belt u naar het ziekenhuis en vraagt u naar de dienstdoende gynaecoloog.

Sommige vrouwen zijn overgevoelig voor de plaatselijke verdoving. Als u weet dat u ergens overgevoelig voor bent, vertel het ons dan vooraf, dan kunnen wij hier rekening mee houden. In zeer zeldzame gevallen is een acute behandeling bij een overgevoeligheidsreactie nodig. Soms ontstaan de verschijnselen pas later. Bel het Vruchtbaarheidscentrum als u zich niet lekker voelt, duizelig wordt en/of hartkloppingen krijgt.

Een enkele keer ontstaat door de behandeling een wondje of gaatje in de wand van de endeldarm. Dit noemen we een perforatie. Meestal geneest deze perforatie vanzelf. Heel soms is een kijkoperatie (laparoscopie) of een buikoperatie nodig om te beoordelen of de beschadiging een bloeding in de buik heeft veroorzaakt. Deze complicatie is bij een transvaginale laparoscopie heel zeldzaam.

• Bij hevig bloedverlies (meer dan een forse menstruatie).
• Bij hevige buikpijn.
• Als u koorts hebt (38 graden of meer).
• Als u zich niet lekker voelt en last hebt van duizeligheid of hartkloppingen.

Specialistisch team

De gynaecologen van het St. Antonius Ziekenhuis hebben ieder hun eigen aandachtsgebied en werken met gespecialiseerde verpleegkundigen, fertiliteitsartsen en verloskundigen. Zij werken nauw samen met andere specialisten in het ziekenhuis om u de zorg te bieden die u nodig heeft. Ook werken ze met de nieuwste behandelmethoden en volgen zij de recente ontwikkelingen op hun vakgebied.

Aandachtsgebieden

Het specialisme Gynaecologie van het St. Antonius Ziekenhuis heeft bijzondere expertise op het gebied van bekkenbodemaandoeningen, vruchtbaarheid, geboortezorg, gynaecologische kanker, seksuologie en algemene gynaecologische aandoeningen (waaronder afwijkende uitstrijkjes, vulva-aandoeningen, menstruatieklachten, endometriose, menopauze en anticonceptie).

Persoonlijk en betrokken

Wij vinden het belangrijk dat u zich op uw gemak voelt. Daarom proberen we uw afspraken zoveel mogelijk bij een vaste behandelaar in te plannen. Een behandelplan stellen wij graag samen met u op maat samen.

Patiënten worden in het ziekenhuis regelmatig door meerdere medisch specialisten tegelijk gezien. Er is echter altijd één medisch specialist eindverantwoordelijk voor de medische behandeling: de ‘hoofdbehandelaar’. Het is voor u dus belangrijk om te weten wie dit is. Wilt u weten wie uw hoofdbehandelaar is? Vraag dit dan aan de zaalarts of verpleegkundig specialist.

Het filmpje Wie is uw hoofdbehandelaar? geeft u meer informatie hierover.

In het St. Antonius Ziekenhuis staat veiligheid voorop. Onze medewerkers doen er alles aan om uw bezoek aan het ziekenhuis zo goed mogelijk te laten verlopen. Help ons a.u.b. om goed voor u te zorgen door ons te vertellen:  

Website

• De Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG)