Gebruik fosfaatbinders
Fosfaat en calcium (kalk) zijn mineralen die samen zorgen voor sterke botten en tanden. Ze komen voor in diverse voedingsmiddelen: fosfaat zit in alle eiwitrijke voedingsmiddelen; calcium zit vooral in melkproducten en kaas. Wanneer de nierfunctie daalt ontstaat er een probleem met het uitscheiden van fosfaat. Het fosfaat in het bloed zal daardoor stijgen.
Een hoog fosfaat leidt tot een lager calcium. Een lager calcium leidt tot een toegenomen productie van het bijschildklierhormoon (parathyreoïd hormoon, PTH). Een hoog PTH zorgt vervolgens weer voor botontkalking; PTH haalt namelijk calcium en fosfaat uit botten. Gevolg: het fosfaat wordt steeds hoger.
Op deze pagina snel naar
Meer over gebruik fosfaatbinders
Te veel fosfaat in het bloed kan op korte termijn jeuk en rode ogen veroorzaken. Op de lange termijn ontstaan botproblemen en calcificatie (neerslag van calcium/fosfaat in bijvoorbeeld gewrichten, longen, bloedvaten). Het is dus van belang teveel fosfaat in het bloed te voorkomen.
Fosfaat in voeding
Onderstaande eiwitrijke producten zijn rijk aan fosfaat:
- Zuivelproducten (melk, karnemelk, pap, vla, yoghurt, kwark en kaas)
- Eieren
- Vlees, vleeswaren, vis en vleesvervangers
- Noten en pinda’s
- Peulvruchten
- Chocolade
Melkproducten en kaas bevatten naar verhouding meer fosfaat dan vlees en vis. Smeerkaas en korstloze kaas bevatten vanwege smeltzouten meer fosfaat dan gewone kaas.
Ook bewerkte producten met bepaalde toegevoegde E-nummers bevatten veel fosfaat; E101 (ii), E326 t/m E630, E1410, E1412 t/m E1414 en 1442. De verpakking moet de toegevoegde E-nummers of de stofnaam vermelden. Als een deel van de stofnaam het woord fosfaat bevat, gaat het om een fosfaatrijke toevoeging.
Let op! U heeft wel dagelijks eiwit nodig, dus minder eiwit eten dan uw dieetadvies is niet goed!
Gebruik fosfaatbinders
Een teveel aan fosfaat in het bloed wordt voorkomen door een beperking van eiwit in de voeding en/ of het gebruik van fosfaatbinders. Fosfaatbinders zijn medicijnen die het fosfaat uit de voeding in de darm binden. Gebonden fosfaat wordt niet opgenomen in het bloed en verlaat via de ontlasting het lichaam. Voor een juiste werking van fosfaatbinders is het belangrijk dat u de fosfaatbinders op het juiste moment inneemt. Zie hiervoor onderstaand schema.
Wijze van gebruik van fosfaatbinders
Medicijn | Wijze van inname | Moment van inname |
Calciumcarbonaat, tablet | Fijn kauwen, evt. verpulveren | 15 minuten vóór het eten |
Calciumcarbonaat, capsule | Heel doorslikken | 15 minuten vóór het eten |
Osvaren, tablet | Geheel doorslikken, evt. verpulveren | Tijdens het eten |
Fosrenol, tablet | Fijn kauwen | Tijdens het eten |
Fosrenol, poeder | Toevoegen aan het eten | Tijdens het eten |
Renagel, tablet | Geheel doorslikken | Tijdens het eten |
Renvela, tablet | Geheel doorslikken | Tijdens het eten |
Renvela, poeder | Oplossen of toevoegen aan het eten | Tijdens het eten |
Sevelamer, tablet | Geheel doorslikken | Tijdens het eten |
Velphoro, tablet | Kauwen, breken, verpulveren of oplossen | Tijdens het eten |
Tip
• Wanneer u niet eet, bijvoorbeeld door ziekte of omdat u een maaltijd overslaat, dan hoeft u géén fosfaatbinder in te nemen;
• Neem altijd fosfaatbinders mee als u van huis gaat;
• Voor patiënten die dialyseren geldt: neem ook een fosfaatbinder bij een eiwitrijke maaltijd of tussendoortje tijdens dialyse.
Normaalwaarden in het bloed
Bij chronische nierschade:
- Fosfaat: 0.7 mmol/L en ≤ 1.5 mmol/L
- Calcium: 2.10 – 2.55 mmol/L
- PTH: 2-7 pmol/L
Bij dialyse:
- Fosfaat: 0.7 – 1.78 mmol/l (liever nog ≤ 1.5 mmol/l)
- Calcium: 2.10 – 2.55 mmol/l
- PTH: 13.6 – 61.2 pmol/l