Aortadissectie type A - behandeling
Als de grote lichaamsslagader is gespleten (aortadissectie type A) bestaat de behandeling uit het plaatsen van een prothese. De arts vervangt een zo groot mogelijk deel van de gespleten aorta door een kunststof prothese.
Als de aortaklep is aangetast, dan herstelt of vervangt de arts ook deze klep.
Op deze pagina snel naar
Voorbereiding
Voorbereiding op uw opname
Een goede voorbereiding is voor u en voor ons belangrijk. Op onze webpagina Opname in het ziekenhuis (bij operatie) leest u hoe u zich op uw opname voorbereidt en krijgt u informatie over de gang van zaken in ons ziekenhuis.
Eten en drinken (nuchter zijn)
Het is noodzakelijk dat u voor de operatie een bepaalde periode niet eet of drinkt (‘nuchter’ blijft). Dit geldt als u narcose, een ruggenprik of een zenuwblokkade krijgt. Als u niet nuchter bent tijdens de ingreep, is de kans groter dat er tijdens de ingreep eten en drinken uit uw maag in uw longen terechtkomt. Dit kan leiden tot een ernstige longontsteking. Het is dus belangrijk dat u zich aan onderstaande voorschriften houdt. Als u niet nuchter bent, zullen wij er voor uw veiligheid voor kiezen om de operatie niet door te laten gaan.
Houd u aan de onderstaande voorschriften:
- Tot 6 uren voordat u in het ziekenhuis moet zijn mag u 1 of 2 beschuitjes met jam eten.
Dit betekent dat als u zich bijvoorbeeld om 08.00 uur ’s morgens in het ziekenhuis moet melden, u vanaf 02.00 uur ’s nachts niets meer mag eten. Moet u zich bijvoorbeeld om 14.00 uur ’s middags melden, dan mag u vanaf 08.00 uur ’s morgens niets meer eten.
- Tot 2 uren voordat u in het ziekenhuis moet zijn mag u heldere vloeistoffen drinken. Dit zijn: water, appelsap en thee ZONDER melk. Koffie zonder melk is ook toegestaan.
Dit betekent dat als u zich bijvoorbeeld om 08.00 uur ’s morgens in het ziekenhuis moet melden, u vanaf 06.00 uur ’s morgens niets meer mag drinken. De afgesproken medicatie mag u wel met een slokje water innemen op de dag van de operatie.
Als u al bent opgenomen in het ziekenhuis en de volgende dag wordt geopereerd, dan zullen de zorgverleners op de afdeling u laten weten vanaf hoe laat u niet meer mag eten en drinken.
Behandeling
Hieronder leest u meer over het proces tijdens uw behandeling.
Lees meer over het proces tijdens uw behandeling
Spoedoperatie
- U ligt tijdens de operatie op uw rug.
- De arts vervangt een zo groot mogelijk deel van de gespleten aorta door een prothese van kunststof. Uw lichaam kan deze prothese niet afstoten. Langzaam aan zal aan de binnenkant van de prothese een laag van eigen weefsel ontstaan (epitheel).
- Als de aortaklep te erg beschadigd is, zal de chirurg deze ook vervangen. Hierbij zal de chirurg de keuze maken in de soort klep, afhankelijk van de situatie.
De aorta voor en na het plaatsen van de prothese.
Duur operatie
De operatie duurt zo'n 5 tot 7 uur.
Uw familie
Familiebegeleiders en verpleegkundigen van de Intensive Care vangen uw familie tijdens de operatie op. Zij geven informatie en bieden een luisterend oor. Als de operatie is afgelopen, spreekt de hart-long chirurg of een assistent uw familie bij over de operatie.
Uw familie kan, als dat nodig is, gebruikmaken van een logeerkamer in het ziekenhuis. Dit bespreekt de familie met de familiebegeleider of verpleegkundige. Aan de logeerkamers zijn kosten verbonden.
Na de operatie
Op de Intensive Care (IC)
Direct na de operatie gaat u naar de Intensive Care. Daar blijft u gemiddeld 3 dagen. Op de IC worden patiënten nauwlettend in de gaten gehouden. Er is continu een verpleegkundige aanwezig.
Infusen
U bent verbonden met verschillende infusen voor de toediening van vocht, voeding en medicijnen. Verder bent u via diverse snoeren verbonden met apparatuur die onder andere uw hartritme, bloeddruk en lichaamstemperatuur meet.
Beademing
Na de operatie wordt u beademd. Dat wil zeggen dat een beademingsmachine tijdelijk de ademhaling voor u regelt. Tijdens de operatie heeft de arts een buisje in uw keel gestopt dat doorloopt tot in de luchtpijp: de tube (spreek uit als 'tjoeb'). Deze tube is aangesloten op de beademingsmachine.
De aanwezigheid van de tube in uw keel is vervelend. Om dit ongemak zoveel mogelijk tegen te gaan, krijgt u slaapmedicijnen. We willen dat u zo snel mogelijk weer van de beademing af gaat en zelfstandig kunt ademhalen. We verminderen daarom geleidelijk de hoeveelheid slaapmedicijnen. Afhankelijk van uw toestand, verwijderen we de tube meestal op de 1e of 2e dag na de operatie.
U kunt niet praten als u aan de beademing ligt. Persoonlijk contact met uw familie is dan moeilijk. U kunt communiceren door 'ja' te knikken of 'nee' te schudden.
Ook kunt u zelf niet goed slijm ophoesten. Daarom zuigt de verpleegkundige dit meerdere keren per dag weg met een slangetje. Nadat de tube is verwijderd, komt de fysiotherapeut langs en controleert deze of u voldoende kunt doorzuchten. Als er slijm in de longen zit, dan helpt de fysiotherapeut u met het ophoesten van het slijm. Het kan zijn dat u nadien last heeft van uw keel. De keel koelen met (ijs)water of ijsjes helpt goed. Veelal gaan de klachten na een tijd over. Indien nodig zal een KNO-arts gevraagd worden mee te kijken.
Lichaamstemperatuur
Omdat uw lichaam tijdens de operatie is gekoeld, kunt u na de operatie wat verhoging hebben. Dit is normaal. Op de afdeling zal strikt gecontroleerd worden, of die verhoging niet te hoog wordt en/of niet te lang aanhoudt.
Voeding
U krijgt niets te eten of te drinken als u aan de beademing ligt. U krijgt uw vocht via het infuus. Als uw maag en darmen het toelaten, starten we met sondevoeding via de maag.
Als u van de beademing af bent en het slikken goed gaat, beginnen we voorzichtig met helder, vloeibaar eten. Dit breiden we langzaam uit.
Omdat u na de operatie moeilijk kunt slikken, kunt u een enorm dorstgevoel krijgen.
Pijnstilling
Na de operatie kunt u pijn hebben van de operatiewond. U krijgt daarom regelmatig pijnstillers via het infuus. Het is belangrijk dat u genoeg pijnstilling krijgt, omdat de genezing dan sneller verloopt. Als u weinig pijn heeft voelt u zich beter, ademt u beter en blijft de bloeddruk beter op peil. Zeg het daarom altijd als u pijn heeft.
Onrust en verwardheid
Op de IC is het vaak rumoerig. Ook 's nachts blijven de lichten (gedimd) aan, waardoor een duidelijk dag- en nachtritme ontbreekt. Dit veroorzaakt bij sommige patiënten enige desoriëntatie of verwardheid (delier). Ook kan de langdurige narcose tot verwardheid leiden. Eenmaal op de verpleegafdeling trekt dit gelukkig vaak weer bij.
Nazorg
Hieronder leest u meer over de nazorg bij uw behandeling.
Lees meer over de nazorg bij uw behandeling
Op de verpleegafdeling
Als uw weer voldoende bent hersteld, gaat u naar de verpleegafdeling. Het is ook mogelijk dat u voor verder herstel wordt overgeplaatst naar een ziekenhuis bij u in de regio.
Hier begint de periode van aansterken en revalideren. Dit zal langere tijd duren omdat u een grote ingreep heeft ondergaan.
Wond
De wond is de eerste dagen nog pijnlijk zijn. We geven u hiervoor regelmatig pijnstilling.
De onderhuidse hechtingen van uw wond hoeven niet verwijderd te worden. Het borstbeen (sternum) is gesloten met chirurgisch staaldraad. Deze zullen uw gehele leven blijven zitten. Dit zal geen problemen veroorzaken met eventuele MRI-scans (magnetisch veld).
Dagelijkse verzorging
De eerste dagen na de operatie wordt u geheel door de verpleegkundigen verzorgd. Na enkele dagen kunt u steeds meer zelf gaan doen zoals wassen en aankleden. De verpleegkundigen begeleiden en helpen u hierbij.
Pijnstilling
Op de verpleegafdeling krijgt u tabletten tegen de pijn. Vaak krijgt u deze bij de maaltijden en voor het slapen gaan. Goede pijnstilling is goed voor de genezing. Vertel het de verpleging dus tijdig als u pijn heeft.
Voeding
Voeding is een belangrijk onderdeel van het herstel na de operatie. Het komt voor
dat mensen na deze operatie langere tijd een slechte eetlust hebben. Hierdoor kan het gewicht fors afnemen. Als dit bij u het geval is, bekijkt u samen met een diëtiste hoe uw voedingstoestand verbeterd kan worden. Daarnaast is een vezelrijk dieet belangrijk voor een goede stoelgang. Informatie over een gezonde voeding vindt u in het boekje ‘Een hart voor goede voeding’ dat u na uw operatie krijgt.
Fysiotherapie
Op de verpleegafdeling zal de fysiotherapeut doorgaan met de controle van uw ademhaling. Ook besteedt de fysiotherapeut aandacht aan uw revalidatie. U wandelt eerst op de kamer, later op de gang. Tot slot oefent u het traplopen. De fysiotherapeut let daarbij steeds op uw bloeddruk, polsslag, houding, ademhaling en uithoudingsvermogen.
Mogelijke complicaties
Iedere operatie brengt bepaalde risico’s met zich mee. Om complicaties te voorkomen, onderzoeken we u voor de operatie grondig en treffen we voorzorgsmaatregelen. Toch kunnen er altijd complicaties optreden. Dit hangt ook af van uw lichamelijke conditie.
U kunt denken aan de volgende comlicaties:
- wondinfectie;
- trombose (het ontstaan van bloedstolsels);
- longembolie (een bloedstolsel in de longen);
- bloedingen of tamponade (tamponade = het hartzakje loopt vol met bloed en het hart kan niet meer goed kloppen);
- beschadigingen van de zenuwen;
- nierinsufficiëntie (nieren die niet meer goed werken);
- longen die niet goed werken (respiratoire insufficiëntie);
- afsluiting zijtakken aorta (met hartinfarct en belemmerde bloedtoevoer naar het hoofd/armen als gevolg. Dit kunnen ook gevolgen zijn van de aortadissectie zelf);
- een verlamming van de benen en de romp door een dwarslaesie (paraplegie);
- een beroerte (CVA);
- een longontsteking (komt vaker voor na een operatie);
- ruptuur van de aorta;
- overlijden.
Naar huis
Meer informatie over het ontslaggesprek, de verdere nazorg en adviezen voor uw herstel thuis vindt u op onze pagina 'Na uw aortadissectie A en/of B - adviezen voor thuis'.
Contact opnemen
Heeft u na ontslag dringende vragen? Neem dan gerust contact met ons op.
Tot 24 uur na ontslag
- Tijdens kantooruren met de poli Cardiologie, T 088 320 11 00.
- Buiten kantooruren met de Spoedeisende Hulp, T 088 320 33 00.
Na 24 uur na ontslag
- Tijdens kantooruren met de poli Cardiologie , T 088 320 11 00.
- Buiten kantooruren met de huisartsenpost in uw regio.
Expertise en ervaring
Het St. Antonius Hartcentrum is een toonaangevend behandelcentrum voor alle vormen van hartklachten en -aandoeningen. We maken hierbij gebruik van de nieuwste behandelmethoden en –technieken. We zijn bovendien het grootste hartcentrum van Nederland en leveren kwalitatief hoogwaardige zorg tot ver buiten de regiogrenzen.
Jaarlijks voeren onze cardiologen meer dan 1000 ablaties uit. Dit maakt ons een van de grootste ablatiecentra van Nederland.
Wij maken gebruik van de meest geavanceerde apparatuur en behandelmethoden die beschikbaar zijn. Deze combinatie van expertise en moderne technologie stelt ons in staat om de beste zorg te bieden en de gezondheid van onze patiënten te verbeteren.
Veilige zorg in het ziekenhuis
In het St. Antonius Ziekenhuis staat veiligheid voorop. Onze medewerkers doen er alles aan om uw bezoek aan het ziekenhuis zo goed mogelijk te laten verlopen. Help ons a.u.b. om goed voor u te zorgen door ons te vertellen:
Lees meer over veilige zorg in het ziekenhuis
- Welke medicijnen u gebruikt.
- Of u allergieën heeft.
- Of u (mogelijk) zwanger bent.
- Als u iets niet begrijpt.
- Wat u belangrijk vindt.
- Als u iets ziet wat niet schoon is.
Bereid uw gesprek met uw zorgverlener goed voor. Voor tips: Begin een goed gesprek
Op de website van de Nederlandse Patiëntenfederatie leest u meer over hoe u zelf kunt bijdragen aan veilige zorg.