Behandelingen & onderzoeken

Cushing-test

De Cushing-test is een onderzoek om er achter te komen of uw lichaam te veel cortisol aanmaakt. Indien hier sprake van is, spreken we van het syndroom van Cushing. Als u al weet dat u dit syndroom heeft, dan doen we dit onderzoek om te kijken hoe het met de ziekte gaat.

Het syndroom van Cushing is de verzamelnaam voor alle klachten die veroorzaakt worden door een teveel aan cortisol in het bloed. Dit kan het gevolg zijn van gebruik van medicijnen die cortisolachtige stoffen bevatten, door teveel aanmaak van cortisol in de bijnier zelf of door teveel aanmaak van het hormoon ACTH.

Klachten zijn:

  • gewichtstoename (buik, gezicht en nek dikker, maar de benen juist dunner);
  • blauwe plekken;
  • gemakkelijker bloeden;
  • paarsrode huidstriemen;
  • spierzwakte;
  • overbeharing.

Ook krijgen veel patiënten een hoge bloeddruk, hoog cholesterol, suikerziekte en/of botontkalking.

Voorbereiding

Meenemen

We adviseren u om makkelijke kleding mee te nemen naar het ziekenhuis. Neem ook iets mee u om uzelf te vermaken, bijvoorbeeld boek of een tablet. U verblijft voor dit onderzoek namelijk 3 dagen in het ziekenhuis.

Medicijnen

Gebruikt u medicijnen? Neem deze dan mee als u voor het onderzoek naar het ziekenhuis komt. De arts spreekt met u af wat u wel en niet in mag nemen.

Voorbereiding op uw opname (zonder operatie)

Een goede voorbereiding is voor u en voor ons belangrijk. Op onze webpagina Opname in het ziekenhuis (zonder operatie) leest u hoe u zich op uw opname voorbereidt en krijgt u informatie over de gang van zaken in ons ziekenhuis.

Onderzoek

De Cushing-test

De test duurt 3 dagen en u verblijft daarvan 2 nachten in het ziekenhuis. Per dag wordt beschreven wat u kunt verwachten:

Dag 1

U komt op de dag van het onderzoek op in de avond naar de afdeling. Daar wordt u ontvangen door een verpleegkundige. Deze vraagt u om uit te plassen op het toilet. Vanaf dat moment moet u uw urine 24 uur lang opvangen in een speciaal daarvoor bedoelde fles. Dit is een zogenaamd 24 uurs urine-onderzoek.

Daarna neemt de verpleegkundige een korte vragenlijst met u door. Hij / zij noteert uw gewicht en lengte en controleert uw bloeddruk, hartslag en lichaamstemperatuur.
Vervolgens krijgt u een infuus. Dit is een dun plastic buisje dat met een naaldje in een bloedvat in uw hand of arm wordt geprikt. Het naaldje gaat eruit en het buisje blijft zitten.

U mag gewoon eten en drinken tot 24.00 uur ‘s nachts.

Dag 2

Deze dag neemt de verpleegkundige via uw infuus 4 keer bloed bij u af: om 08.00 uur, 16.00, 22.00 en 24.00 uur. Na de eerste bloedafname om 08.00 uur mag u weer eten en drinken.

In de avond plast u op hetzelfde tijdstip als bij binnenkomst op dag 1 en u verzamelt het laatste beetje urine in de fles die u hebt gekregen. Deze wordt voor onderzoek naar het laboratorium gestuurd.

Om 24.00 uur krijgt u een sponsje om op te kauwen. Dit sponsje wordt na een minuut kauwen in een buisje gestopt en voor onderzoek naar het laboratorium gestuurd.

Daarna krijgt u het medicijn Dexamethason en moet u nuchter blijven; dat betekent dat u deze nacht niet meer mag eten en drinken tot de volgende dag na het bloed afnemen.

Dag 3

Op dag 3 ligt of zit u vanaf 07.30 uur rustig op bed, zonder lichamelijke inspanning. Om 08.00 uur neemt de verpleegkundige via uw infuus nog wat bloed bij u af. Daarna mag u weer eten en drinken en mag u weer naar huis.

Nazorg

De uitslag

U krijgt de uitslag van het onderzoek op uw eerstvolgende bezoek aan de polikliniek. Voordat u na afloop van het onderzoek naar huis gaat, krijgt u een afspraak mee. Uw arts vertelt u dan wat er uit het onderzoek is gekomen en wat verdere behandeling voor u kan betekenen.

Expertise en ervaring

De internisten van het St. Antonius behandelen klachten zoals (langdurige) koorts, gewichtsverlies, chronische vermoeidheid, hoge bloeddruk, aderverkalking, infecties en vele andere ziekteverschijnselen en aandoeningen. 

Ook zijn de internisten gespecialiseerd in deelspecialismen, zoals:

  • stofwisselingsstoornissen, afwijkingen in de hormoonhuishouding, schildklieraandoeningen en diabetes (endocrinologie);
  • diabetes (diabetologie);
  • kanker (oncologie);
  • ouderengeneeskunde (geriatrie);
  • ziekten van bloed, beenmerg en lymfeklieren, bloedarmoede (hematologie);
  • nierziekten en nierfunctiestoornissen (nefrologie);
  • vaatziekten en cholesterolproblemen (vasculaire geneeskunde).

Meer informatie

Voor meer informatie over het syndroom van cushing kijk op de website van de Nederlandse Vereniging van Endocrinologie.

Gerelateerde informatie

Code INT 65-O

Terug naar boven