Behandelingen & onderzoeken

Blindedarmontsteking bij kinderen (behandeling)

Als de diagnose blindedarmontsteking is gesteld, is een operatie (het verwijderen van de ontstoken blindedarm) vaak de beste behandeling om te voorkomen dat doorbraak van de blindedarm en buikvliesontsteking ontstaan.

Bij de operatie wordt de blindedarm opgezocht, vrijgemaakt en verwijderd.

Meer over blindedarmontsteking

Blindedarmontsteking (appendicitis) is een ontsteking van de blindedarm die pijnklachten geeft rechtsonder in de buik. Omdat de blindedarm soms lang en beweeglijk is, kan een afwijkende ligging ontstaan, waardoor de pijnklachten meer in het midden en soms zelfs rechtsboven in de buik te voelen zijn. Van een acute blindedarmontsteking wordt gesproken als de ontsteking plotseling ontstaat. De ontsteking kan soms zeer heftig verlopen en dan aanleiding geven tot buikvliesontsteking. In dat geval zit de pijn in de hele buik. Waarom de blindedarm ontstoken raakt, is niet duidelijk. Wel is bekend dat een op de 15 mensen ooit een blindedarmontsteking krijgt.

Symptomen

Blindedarmontsteking geeft vaak, maar niet altijd de volgende klachten:

  • Pijnklachten die meestal geleidelijk beginnen op, rond of boven de navel en die zich uiteindelijk verplaatsen naar de rechteronderbuik.
  • Misselijkheid en braken.
  • Lichte temperatuurverhoging.
  • Het aanraken van de buik en het daarna loslaten is pijnlijk, vooral rechtsonder.
  • Hoesten en lachen doet soms pijn.
  • Vaak wordt ook vervoerspijn aangegeven,bijvoorbeeld wanneer met de auto over een hobbel wordt gereden.

Voorbereiding

Lichamelijk onderzoek

Buikklachten kunnen heel veel oorzaken hebben. Daarom is goed onderzoek belangrijk. De specialist zal een intakegesprek met u en uw kind voeren om te bespreken welke klachten zich voordoen. Om de juiste diagnose te stellen moeten we weten hoe de (pijn)klachten zijn ontstaan, wat de voorgeschiedenis van uw kind is en zijn bezigheden van de laatste tijd. Zo gaan we na of de klachten misschien andere oorzaken kunnen hebben zoals darminfectie, voedselvergiftiging of eierstokontsteking. Daarna zal de arts een lichamelijk onderzoek doen, de bevindingen met u en uw kind bespreken en een indruk geven van de mogelijke behandelingen.

Dit bestaat uit:

  • beluisteren van de darmbewegingen;
  • inspecteren van de buikbeweging;
  • voorzichtig met de hand de buik betasten en bekloppen (palpatie);
  • meten van de lichaamstemperatuur.
  • Tot slot volgt het inwendig onderzoek via de anus. Bij meisjes wordt dit eventueel aangevuld met inwendig gynaecologisch onderzoek.

Laboratorium onderzoek

Bij een ontsteking zijn er meer witte bloedlichaampjes in het bloed dan normaal. Bij een acute blindedarmontsteking is de bloedbezinking meestal verhoogd en daarom worden deze waarden geteld/gemeten. Eventueel is aanvullend bloedonderzoek nodig om te kijken of de lever en de nieren goed functioneren. Om een blaasontsteking uit te sluiten kan het nodig zijn de urine te onderzoeken.

Echografisch onderzoek

Soms wordt ook een echografisch onderzoek aangevraagd. Met geluidsgolven kan echografisch onderzoek worden verricht om de appendix zichtbaar te maken en om de gynaecologische organen zichtbaar te maken en te beoordelen. Het is vaak lastig om met de echo een ontsteking van de blindedarm met zekerheid uit te sluiten. De bevindingen worden wel meegewogen in het stellen van de diagnose en de aansluitende beslissing.

Röntgenonderzoek

Soms is het nodig om een aanvullende röntgenfoto te maken van de buik en inwendige organen. Ook kan een CT-scan van de buik gemaakt worden waarop een ontstoken blindedarm vaak goed zichtbaar wordt.

Kijkoperatie

Bij twijfel over de diagnose kan de arts besluiten om vóór de eventuele operatie de buikholte te onderzoeken via een kijkoperatie. Dit gebeurt onder algehele verdoving (narcose).

Opname

Is een blindedarmontsteking vastgesteld en besloten om deze te verwijderen middels een operatie, dan wordt uw kind opgenomen op de Kinder- en Jeugdafdeling. Op onze webpagina Meerdaagse opname op de Kinder- en Jeugdafdeling leest u hoe u zich op een opname in het ziekenhuis voorbereidt en krijgt u informatie over de gang van zaken in ons ziekenhuis.

Overgevoeligheid/allergie

Geef het altijd aan ons door als uw kind overgevoelig of allergisch is voor bepaalde medicijnen of andere stoffen, bijvoorbeeld voor jodium of pleisters. 

Eten en drinken (nuchter zijn)

De operatie gebeurt onder algehele narcose. Uw kind moet daarom voor de operatie nuchter zijn. Dat wil zeggen: hij of zij mag een aantal uren voor de operatie niet meer eten of drinken.

Behandeling

Advies en instructies voor uw behandeling.

  • Verwijdering met kijkoperatie
  • Verwijdering met klassieke operatie
  • Observatie en laten afkoelen

Verwijdering met kijkoperatie

Als het technisch mogelijk is kan de ontstoken blindedarm meteen worden verwijderd tijdens de diagnostische laparoscopie. Of dit mogelijk is, is onder andere afhankelijk van of er verklevingen zijn door voorgaande buikoperaties (verklevingen maken dit moeilijker). Naast het sneetje onder de navel (ingang voor de kijkbuis die is aangesloten op videocamera) worden nog 2 kleine hulpsneetjes gemaakt, waardoor de diverse paktangetjes naar binnen kunnen worden geschoven. De buik wordt flink opgeblazen met lucht die via een buisje in de buik wordt geblazen. De ontstoken blindedarm wordt daarna voor weefselonderzoek opgestuurd naar het weefsellaboratorium (PA-lab). In zeer zeldzame gevallen kan zich een gezwel in de blindedarm bevinden.

Verwijdering met klassieke operatie

Als de blindedarm verwijderd wordt met een klassieke operatie, zal de chirurg een kleine snee rechts in de onderbuik maken. Bij twijfel kan ook een lengtesnee midden in de onderbuik worden gebruikt.  Daarbij kan een eventueel andere oorzaak van de pijnklachten worden opgespoord en behandeld. Welke methode wordt gekozen is afhankelijk van veel factoren, onder andere van de ernst van de ontsteking, of van de voorkeur van de chirurg.

Als de blindedarm erg ontstoken is, kan de huid van de operatiewond worden opengelaten om zo na de operatie een wondabces te voorkomen. Soms wordt ook een tijdelijke drai (buisje) achtergelaten om het overtollige wondvocht af te laten vloeien. De open wond geneest meestal binnen 2 à 3 weken en laat een littekenstreep achter.

Observatie en laten afkoelen

Soms is rondom de ontstoken blindedarm al zeer veel verkleving en afdekking door darmlissen ontstaan. Dit is soms bij het onderzoek als een weerstand (vaag omschreven zwelling) in de rechteronderbuik te voelen. Men spreekt dan van een appendiculair infiltraat. Dit ontstaat meestal na enige dagen ziek zijn en is een natuurlijke reactie van het lichaam. In dit geval moeten de ontsteking en het infiltraat eerst afkoelen en tot rust komen. Dit vereist enige weken bedrust, eventueel antibiotica en geleidelijk herstel gedurende 6 tot 8 weken.

Het geleidelijk tot rust komen en herstel van de blindedarm en het infiltraat kan worden gevolgd door op bepaalde tijdstippen de bloedbezinking te bepalen en de witte bloedlichaampjes te tellen. Die zullen dalen. Ook wordt op verschillende tijdstippen de buik onderzocht. Het is meestal naderhand niet nodig om de blindedarm operatief te verwijderen aangezien deze meestal vanzelf wordt ‘verteerd en opgelost’ binnen het infiltraat.

Nazorg

Advies en instructies voor uw nazorg.

Op de afdeling

Infuus

Na de operatie heeft uw kind een infuus voor vocht en medicijnen.

Voeding

De darmbewegingen komen langzaam weer op gang en de voeding wordt geleidelijk uitgebreid.

Hechtingen

De wondjes (of wond) zijn meestal met oplosbare hechtingen gesloten, als dat niet zo is dan moeten de hechtingen na ongeveer 1 week worden verwijderd. Bij een acute ontsteking met veel vocht of pus in de buik laten we de huidwond soms open. De wondgenezing duurt dan in het algemeen iets langer. U spoelt de wond onder de douche uit (niet met zeep wassen).

Naar huis

  • Als alles goed verloopt, kan uw kind na 1 tot 3 dagen weer naar huis. Bij een acute ontsteking, waarbij de darm geperforeerd is en er vocht of pus in de buik zit, wordt soms de huidwond opengelaten. De opname duurt dan 4 tot 7 dagen. Uw kind wordt dan ook met antibiotica behandeld. De wondgenezing duurt dan over het algemeen langer.
  • Eventuele leefregels, advies over medicijngebruik en het verzorgen van de wond worden met u en uw kind besproken bij ontslag uit het ziekenhuis. 
  • Uw kind krijgt een afspraak mee naar huis voor op de polikliniek bij de chirurg.

Leefregels voor thuis

Het herstel thuis duurt nog een paar dagen tot enkele weken. Dit hangt af van hoe ernstig de ontsteking is geweest.

  • Uw kind kan gewoon douchen. Gebruik daarbij geen zeep.
  • Heeft uw kind een open wond? Spoel deze dan uit met water onder de douche. Gebruik daarbij geen zeep.
  • Uw kind mag in ieder geval niet baden of zwemmen totdat hij of zij op de polikliniek is geweest.
  • Zijn de operatiewondjes gesloten, maar lekt er wat vocht uit? Vervang de pleisters dan zo vaak als nodig is (maar tenminste 1x per dag).

Klachten en complicaties

Er bestaat een kleine kans dat uw kind na de operatie klachten heeft. Meestal
gaat het om geringe klachten die vanzelf weer overgaan. In een enkel geval moet u
contact opnemen met uw (huis)arts. De klachten die het meest voorkomen zijn:

  • wat roodheid en zwelling rond de operatiewond;
  • lichte pijnklachten rond de operatiewond;
  • een kleine stijging van de lichaamstemperatuur.

Deze problemen zijn meestal onschuldig en gaan vanzelf weer over.

Complicaties

Het ontstaan van complicaties na de operatie hangt vaak af van de ernst van de ontsteking. Algemene complicaties zoals wondinfectie en nabloeding zijn altijd mogelijk. Daarnaast kunnen de volgende complicaties optreden na de operatie:

  • Soms is er een vertraagde genezing en vertraagd herstel van de darmbewegingen.
  • Er kan een ernstige ontsteking en buikvocht ontstaan. In dit geval worden antibiotica toegediend.
  • Er kunnen wondabcessen ontstaan. In dit geval wordt de huidwond weer geopend, zodat goede afvloed van de pus mogelijk is. Het herstel duurt dan meestal langer.
  • Soms ontstaat na de operatie van de blindedarmontsteking een abces in de buik. Een enkele keer moet dit chirurgisch worden behandeld of kan het onder röntgencontrole worden aangeprikt.
  • Enige weken na ontslag kan kortdurend een krampende pijn worden gevoeld. Dit wordt soms veroorzaakt door verklevingen in de buik, waardoor de darmbewegingen kunnen toenemen. Als dit hevige pijn geeft, dient u direct de (huis)arts te waarschuwen.

Neem contact op met uw (huis)arts als uw kind een of meer van de volgende klachten krijgt:

  • aanhoudende, toenemende pijn;
  • een vieze (pus) of niet goed genezende wond;
  • koorts (een lichaamstemperatuur van
    meer dan 38,5 °C).

Contact opnemen

Heeft u na ontslag dringende vragen? Neem dan gerust contact met ons op.

Tot 24 uur na ontslag

  • Tijdens kantooruren met de poli Chirurgie, T 088 320 19 00.
  • Buiten kantooruren met de Spoedeisende Hulp, T 088 320 33 00.

Na 24 uur na ontslag

  • Tijdens kantooruren met de poli Chirurgie, T 088 320 19 00.
  • Buiten kantooruren met de huisartsenpost in uw regio.

Expertise en ervaring

De chirurgen van het St. Antonius voeren jaarlijks ruim 500 blindedarmoperaties uit door middel van een kijkoperatie. Daarnaast passen we deze techniek zo'n 1.000 keer per jaar toe bij andere operaties in de buik. Onze chirurgen behoren daarmee in ons land tot de meest ervaren specialisten op dit gebied. Dezer ervaring zien we terug in het geringe aantal complicaties: deze komen bij ons erg weinig voor.

Blindedarm

De blindedarm (appendix) is een aanhangsel dat zich bevindt tussen de dunne darm en de dikke darm, dat wil zeggen, vanuit u zelf bekeken, rechtsonder in de buik. De blindedarm is 2-20 cm lang, zo dik als een potlood en hol van binnen.

Op het plaatje ziet u onder andere de dikkedarm, de dunnedarm en de blindedarm (linksonder).

Op het plaatje ziet u onder andere de dikkedarm, de dunnedarm en de blindedarm (linksonder).

Veilige zorg in het ziekenhuis

In het St. Antonius Ziekenhuis staat veiligheid voorop. Onze medewerkers doen er alles aan om uw bezoek aan het ziekenhuis zo goed mogelijk te laten verlopen. Help ons a.u.b. om goed voor u te zorgen door ons te vertellen:  

  • Welke medicijnen u gebruikt.
  • Of u allergieën heeft.
  • Of u (mogelijk) zwanger bent.
  • Als u iets niet begrijpt.
  • Wat u belangrijk vindt.
  • Als u iets ziet wat niet schoon is.

Bereid uw gesprek met uw zorgverlener goed voor. Voor tips: Begin een goed gesprek

Op de website van de Nederlandse Patiëntenfederatie leest u meer over hoe u zelf kunt bijdragen aan veilige zorg.

Gerelateerde informatie

Code CHI 66-B-2

Terug naar boven